ECLI:NL:HR:2000:AA5410
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Herrmann
- A. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- M. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Hoge Raad uitspraak over kinderalimentatie en ouderlijk gezag na echtscheiding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 april 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een echtscheiding tussen de moeder en de vader van een dochter. De moeder had in 1996 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te 's-Gravenhage om de echtscheiding uit te spreken en om het ouderlijk gezag over hun dochter te verkrijgen. Tevens verzocht zij om een kinderalimentatie van ƒ 300,-- per maand. De vader heeft deze verzoeken niet bestreden, en de Rechtbank heeft op 12 juni 1996 de verzoeken toegewezen, met uitzondering van de kinderalimentatie die op ƒ 300,-- per maand werd vastgesteld.
De vader heeft echter hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij hij verzocht om het gezag over de dochter en een omgangsregeling. De moeder heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om de kinderalimentatie te verhogen. Het Gerechtshof heeft op 9 april 1999 de beschikking van de Rechtbank bekrachtigd voor wat betreft het gezag, maar de kinderalimentatie verhoogd naar ƒ 450,-- per maand en een omgangsregeling vastgesteld.
De moeder heeft cassatie ingesteld tegen deze eindbeschikking van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de door het Hof vastgestelde kinderalimentatie deels als bijdrage in de oppaskosten moet worden aangemerkt. De Hoge Raad heeft de beschikking van het Hof bevestigd, met de verduidelijking dat de kinderalimentatie met ingang van 1 april 1999 de eerdere vastgestelde alimentatie vervangt. De Hoge Raad heeft het beroep van de moeder verworpen en de kosten gecompenseerd.