Uitspraak
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
Tandem IIdat:
hij op of omstreeks 5 oktober 2012, te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (van) een voorwerp, te weten een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) 10.747,90 euro,
hij op of omstreeks 16 december 2014 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten een Nederlands paspoort ten name van [naam 1] (voorzien van documentnummer [documentnummer] ), heeft doen verstrekken op grond van valse persoonsgegevens, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s)
hij op of omstreeks 7 april 2016 te Dublin, in elk geval in Ierland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, zich heeft schuldig gemaakt aan witwassen, althans aan schuldwitwassen, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) (van) meerdere voorwerpen, te weten:
Marsman IIdat:
hij op of omstreeks 15 december 2015 te Almere, in elk geval in Nederland en/of te Dublin, in elk geval in Ierland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 2] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen een kogel door/in het hoofd van voornoemde [slachtoffer 2] te schieten, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] (een) zodanige verwonding(en) heeft opgelopen dat hij daardoor is overleden;
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2015 tot en met 25 november 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland en/of te Dublin, in elk geval in Ierland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft gepoogd om [medeverdachte 6] door (een) gift(en) en/of (een) belofte(n) en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, te bewegen om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] , althans een persoon, van het leven te beroven, bestaande die belofte(n) en/of gift(en) uit het in het vooruitzicht stellen van 130.000 euro, althans een geldbedrag, en/of bestaande het verschaffen van die gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen uit het geven van één of meer identificerende gegevens en/of de aanduiding van het voertuig en/of de verblijfslocatie van die [slachtoffer 2] .
3. De bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam in de zaak Marsman II
ex tunctoets (en zo begrijpt het hof de verdediging: niet een
ex nunctoets). Nu het hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] de moord op [slachtoffer 2] enkel met elkaar hebben gepleegd, en dus niet met [e-mailadres 1] of de verdachte is duidelijk dat de door de wetgever nagestreefde evenwichtige beoordeling (waartoe artikel 6, tweede lid, Sv noopt) tot vrijspraak voor het aan de verdachte onder 1 ten laste gelegde feit zou leiden, aldus de raadsman.
thansvan een gelijktijdige berechting geen sprake meer is, nu de arresten in de zaken van de medeverdachten onherroepelijk zijn geworden, waardoor de situatie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, Sv zich niet meer voordoet. Indien het hof de rechtbank Amsterdam onbevoegd zou verklaren, kan het openbaar ministerie de verdachte opnieuw dagvaarden bij een bevoegde rechtbank, terwijl thans niet langer sprake is van een
gelijktijdige vervolgingin de zin van artikel 6, tweede lid, Sv. De vervolging van de medeverdachten is reeds geëindigd. Dit betekent dat de rechtbank Midden-Nederland in deze zaak niet langer uitsluitend bevoegd is. Op grond van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, Sv is immers ook de rechtbank Amsterdam bevoegd, nu de officier van justitie van het landelijk parket belast is met de vervolging. Er is geen enkel redelijk belang meer bij de vernietiging van het vonnis van de rechtbank Amsterdam en de onbevoegdverklaring van de rechtbank Amsterdam, waarna de zaak opnieuw bij de rechtbank Amsterdam kan worden aangebracht.
4.Het vonnis waarvan beroep
beschikbaar stellen van de brondataten behoeve van de selectie van de datasets voor de onderzoeken Tandem (II) en Marsman (II) was uiteraard nog sprake van een zeer grote set data. Deze data hebben in hun volle omvang echter op geen enkel moment ter beschikking gestaan aan het onderzoeksteam in de onderzoeken Tandem (II) en Marsman (II). Bovendien is de inbreuk op de privacy van de gebruikers beperkt gebleven. De voor het selecteren beschikbare set bevatte veel versleutelde data en ook overigens veelal berichten die zonder een nadere analyse niet aan een persoon te koppelen waren. [5]
verstrekt, zijn naar het oordeel van het hof dan ook het resultaat van een zorgvuldige selectie.
analysevan de geselecteerde gegevens door de onderzoeksteams van Tandem (II) en Marsman (II) de persoonlijke gegevens meer inhoudelijke betekenis kregen en de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betreffende gebruikers groter was dan in de eerdere fasen, was dan ook sprake van een afgebakende en veel kleinere set data. De verrijking van deze gegevens leidde tot de voeging in het dossier van ontsleutelde berichten van verdachten en personen die met hen in contact stonden. Daarnaast heeft de analyse contactgegevens opgeleverd uit adresboeken van personen, die grotendeels niet nader geïdentificeerd zijn. Het hof is niet gebleken dat ook personen zijn geïdentificeerd die geen enkele betrokkenheid bij de verdachten en/of de ten laste gelegde feiten hadden. Een dergelijke identificatie ligt ook niet voor de hand, omdat – gelet op de anonieme opzet van de communicatiediensten – de opsporingsambtenaren nadere informatie nodig hadden voor de identificatie van de gebruikers en deze over het algemeen werd verkregen door andere informatie uit het onderzoek/anders strafrechtelijke onderzoeken of de communicatiepatronen tussen de verdachten en de derde.
equality of armsvolgt dat iedere partij een redelijke gelegenheid moet hebben gekregen om zijn zaak te behartigen onder omstandigheden die hem niet in een nadeliger positie brengen dan de andere partij. Voorts vloeit uit het beginsel voort dat de verdediging recht heeft op inzage in de stukken die betrekking hebben op de feiten van de zaak en op de rechtmatigheid en de betrouwbaarheid van het bewijs. Daarbij mag van haar verwacht worden dat ze aangeeft welke specifieke kwesties in de data onderzocht moeten worden en daarvoor redenen aandraagt of specifieke zoekopdrachten voorstelt. Bovendien kan het recht op toegang van de verdediging beperkt worden vanwege andere belangen, waaronder de noodzaak tot het beschermen van getuigen, (zwaarwegende) opsporingsbelangen en het recht op privacy van betrokkenen. [12] Dit betekent dat, zoals het hof reeds op 11 juli 2024 heeft overwogen, het recht van de verdachte om in de gelegenheid te worden gesteld om methoden en resultaten van onderzoek te betwisten, valt niet samen met een onbeperkt recht om deze te controleren.
Digital Forensics as a service: Game on, in: Digital investigation, 2015, pagina 20-38;
Rapport t.a.v. het digitaal forensisch onderzoeksproces en het gebruik van ‘Hansken’ bij het samenstellen van de dataset ‘Tandem’;
Rapport Transparantie, proportionaliteit en contra-expertise ten aanzien van het digitaal forensisch onderzoeksproces in de zaak Tandem II, 4 maart 2018;
‘overall fairness’van de aan hem voorliggende strafzaak te waarborgen. In dat kader zal het hof hieronder het geheel van de hiervoor opgenomen verweren in zijn geheel bezien en beoordelen of de door de verdediging gestelde beperkingen er toe hebben geleid dat geen sprake is geweest van een eerlijk proces.
ernst van het verzuimis van belang dat het gaat om berichten die niet direct afkomstig zijn van de verschoningsgerechtigde, maar zijn doorgestuurd. Dat opsporingsambtenaren en de officier van justitie niet direct als vaststaand hebben aangenomen dat deze berichten onder het verschoningsrecht vallen, acht het hof niet onbegrijpelijk. Ook vindt het hof nog van belang dat één van de partijen bij die communicatie door het doorsturen van het bericht uit eigen beweging afbreuk heeft gedaan aan de absolute vertrouwelijkheid van de relatie tussen de raadsman en zijn cliënt. Weliswaar betekent dit niet zonder meer dat het bericht niet meer valt onder de bescherming van het verschoningsrecht, maar doet wel enige afbreuk aan de
ernstvan de schending. Tenslotte is van belang dat opsporingsambtenaren en de officier van justitie tot 12 maart 2024 niet bedacht hoefden te zijn op de wijze waarop de Hoge Raad concreet uitwerking heeft gegeven aan de regeling van het verschoningsrecht.
nadeel voor de verdachteis van belang dat de berichten deels gaan over de inhoud van een deel van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten, te weten het witwassen van goederen die op 7 april 2016 zijn aangetroffen in de woning waar de verdachte verbleef. De inhoud van die berichten is niet belastend voor de verdachte. De gegevens zijn ook niet van bepalende invloed geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek. Wel betekent de schending van het verschoningsrecht een inbreuk op het recht van de verdachte om zich vrij en zonder vrees voor openbaarmaking tot een advocaat te wenden. Daarnaast werd in deze berichten een bijnaam genoemd die de raadsvrouw mogelijk gebruikte voor de verdachte en van belang zou kunnen zijn bij de beoordeling van het bewijs.
the proceedings as a whole were not fair. Aanleiding voor niet-ontvankelijkverklaring op deze grond kan bijvoorbeeld bestaan in het geval dat de verdachte door een opsporingsambtenaar dan wel door een persoon voor wiens handelen de politie of het openbaar ministerie verantwoordelijk is, is gebracht tot het begaan van het strafbare feit waarvoor hij wordt vervolgd, terwijl zijn opzet tevoren niet al daarop was gericht, of waarin gedragingen van politie en justitie ertoe hebben geleid dat de waarheidsvinding door de rechter onmogelijk is gemaakt. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of aannemelijk geworden die met zich brengen dat door de inbreuk op het verschoningsrecht in dit strafproces geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM. De hiervoor besproken geheimhoudersberichten doen geen afbreuk aan de mogelijkheid van de verdediging om een behoorlijke en effectieve verdediging te voeren, zeker niet wanneer de berichten van het bewijs worden uitgesloten. Daargelaten of niet-ontvankelijkheid daarvan het gevolg moet zijn, is verder evenmin gebleken dat, zoals door de verdediging is aangevoerd, het openbaar ministerie ten aanzien van de geheimhoudersinformatie structureel, willens en wetens en beleidsmatig in strijd met de wet heeft gehandeld.
the proceedings as a whole were not fair.Het hof verwerpt mitsdien het beroep op de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in zijn vervolging.
6.De identificatie van [e-mailadres 1]
null resultis gerapporteerd door de Ierse telecomaanbieders. [15] Anders dan de verdediging betoogt, volgt daaruit niet dat het [e-mailadres 1] niet vanuit Ierland is gebruikt. In een proces-verbaal van 5 januari 2018 is namelijk verslag gedaan van een nader onderzoek naar het ontbreken van historische verkeersgegevens in Ierland. [16] Er zijn meerdere oorzaken mogelijk voor het ontbreken van historische verkeersgegevens, bijvoorbeeld omdat het telecomverkeer heeft plaatsgevonden via een wifi-netwerk. Dit betekent dat het ontbreken van verkeersgegevens in Ierland niet bewijst dat de gebruiker van het [e-mailadres 1] zich niet in Ierland bevond.
OMG IK MOET 18.30 NA DIE BOY. [medeverdachte 1] zegt diezelfde middag tegen [medeverdachte 3] dat zij om half zeven op het station Eindhoven moeten zijn. Om 18:25 uur wordt gezien dat [medeverdachte 3] in de Fiat 500 zit die in gebruik is bij [medeverdachte 1] . De Fiat staat op dat moment geparkeerd op de Neckerspoel in Eindhoven. Om 18:30 uur wordt gezien dat [medeverdachte 1] naast de Fiat staat en zoekend rondkijkt. Tussen 18:34 uur en 18:38 uur bespreken [medeverdachte 3] (S) en [medeverdachte 1] (M) het volgende:
Merr kk veel doekoe. Op de vraag van [persoon 2] of het gaat om ‘2 of 5’, antwoordt [persoon 1] :
3. Getuige [persoon 2] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat zij met ‘2 of 5’ € 2.000,00 of € 5.000,00 bedoelde. Uit de terugkoppeling van [persoon 1] aan getuige [persoon 2] blijkt dat het geld daadwerkelijk aan [persoon 1] is gegeven.
(het hof begrijpt uit haar verklaring ter terechtzitting: de verdachte). Dat geld zou haar worden gebracht. Het geld is op 4 november 2015 gebracht door [medeverdachte 1] . In de telefoon van [medeverdachte 1] werd een conceptbericht gevonden dat was gericht aan [e-mailadres 1] met de boodschap dat zij er nog niet was. Dit bericht biedt een aanwijzing dat [e-mailadres 1] degene is die [medeverdachte 1] had verzocht om geld naar [persoon 1] te brengen en dat dit de verdachte was. Het was immers de verdachte die [persoon 1] had gevraagd om geld mee te nemen en ervoor zou zorgen dat het geld werd gebracht.
[bijnaam 3] .. ga je vandaag na ally?Verder blijkt uit deze telefoon dat verdachte zichzelf in ping-berichten ‘ [bijnaam 4] ’ noemt. Op 5 maart 2013 voert ‘ [bijnaam 4] ’ een gesprek met ‘ [bijnaam persoon 4] ’. [bijnaam persoon 4] is geïdentificeerd als [persoon 4] . [persoon 4] is in 2016 als getuige gehoord. Zij geeft aan dat zij het gesprek met een oude bekende heeft gevoerd die zij kent als ‘ [bijnaam 4] ’. Een klein [bijnaam 5] zou een kindje van hen worden en [naam verdachte] is dan zijn naam. Zij gebruikten voor elkaar het koosnaampje [bijnaam 3] .
Love 2 schatje nee ik ga nu ff pitten ben nog kapot!!Deze persoon maakt gebruik van e-mailaccount [e-mailadres 8] en staat in de telefoon van [e-mailadres 1] kennelijk opgeslagen als ‘Lief’. Kennelijk in reactie op dat bericht stuurt [e-mailadres 1] :
Ja ik ook voel me hele lichaam niet meer ben ook dood moe hou van je laat me weten zodra je wakker bent xxx.
(…) komt goed [bijnaam 1] is zeg je.[medeverdachte 1] gebruikte die bijnaam voor de verdachte.
Wij zijn bij gaasperplas ook bijna daar letten jullie goed op de camera’s want die nokia staat aan, ff focus nu moeten we hem pakken.Om 13:23 uur arriveerde de auto van het slachtoffer in Amsterdam Zuid.
(het hof begrijpt: telefoon).
(het hof begrijpt: telefoon)van de ‘trekker’
(het hof begrijpt: tracker, peilbaken)uit te zetten. [medeverdachte 5] zegt dat hij dat al heeft gedaan. De gebruikerssessie van de applicatie op de bakentelefoon is om 12:46 uur beëindigd.
Kan je op je brom die wagie efe piepen (het hof begrijpt: checken waar die auto staat).[medeverdachte 2] vertelt dat ‘die wagie’ in Gaasperplas staat en vraagt [medeverdachte 5] naar station Kraaiennest te komen want ‘we komen naar je toe’. [medeverdachte 1] stuurt vervolgens om 19:03 uur naar [medeverdachte 5] :
Kom terug bro.Kort daarvoor wordt gezien dat [medeverdachte 5] richting de Volkswagen Golf in de parkeergarage aan de Leusdenhof loopt. Als [medeverdachte 5] na het zien van de aanwezige verbalisanten met versnelde pas naar de uitgang loopt, wordt hij om 19:10 uur aangehouden.
Kijk of je osso kan regelen die is belangrijkste dan kijken we verder die man woont poort bro ochtend of avond zeven??
(het hof begrijpt: [medeverdachte 7] )te geven.
safehousete regelen, advies en informatie gegeven en hem met [medeverdachte 7] in contact gebracht om met hem de verdere gang van zaken te bespreken.
10.Het onder 1 en 4 tenlastegelegde in Tandem II (witwassen)
in Amsterdambij zich had, was niet van de verdachte, maar van een andere persoon voor wie hij het geld bewaarde. De verdachte had niet het vermoeden dat die andere persoon zich bezig hield met strafbare feiten en hoefde dat ook niet te hebben. Omdat de verdachte na zijn aanhouding niet is verhoord over het geld en sindsdien de zogenoemde redelijke termijn (6 EVRM) is verstreken, is het niet meer mogelijk deze andere persoon te horen. Om die reden moet al het bewijs worden uitgesloten.
in Dublinwerden aangetroffen, heeft de verdachte verklaard dat een deel van het geld niet van hem was en dat de telefoons van hem waren. Er verbleven ook anderen in die woning. Voor zover het geld en de goederen wel van hem waren, kan de herkomst worden verklaard doordat hij door anderen werd ondersteund. Hij hoefde niet te vermoeden dat deze voorwerpen een criminele herkomst hadden.
onmiddellijkafkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf. Deze rechtsregels gelden niet wanneer het gaat om voorwerpen die niet onmiddellijk, maar
middellijkafkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf of die afkomstig zijn uit een misdrijf dat een ander dan de verdachte heeft begaan. Bij de beoordeling of voorwerpen onmiddellijk afkomstig zijn uit een misdrijf dat de verdachte zelf heeft begaan, is onder meer van belang of:
(het hof begrijpt: uitkering)tussen de € 108 en € 13.029, afkomstig van het UWV. Daarnaast ontving verdachte in 2012 (€ 838,00) en 2013 (€ 265,00) zorgtoeslag.
onmiddellijkafkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf. Dat het gaat om geld dat onmiddellijk afkomstig is uit een misdrijf dat de verdachte zelf heeft gepleegd, is echter niet aannemelijk geworden. De verdachte heeft daarover niet verklaard, sterker nog, de verdachte heeft verklaard dat het niet zijn geld was maar van een ander van wie hij het in bewaring had gekregen. Dat het geld onmiddellijk afkomstig is uit een misdrijf dat de verdachte zelf heeft begaan, volgt niet uit één van de in dit arrest bewezen verklaarde feiten, niet uit de bewijsvoering en evenmin uit de dossierstukken.
bevoegdheid.
feitelijkemacht kon uitoefenen. Dit betekent dat de verdachte ook die geldbedragen ‘voorhanden’ heeft gehad.
(het hof
onmiddellijkafkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf. Dat het gaat om geld en goederen die onmiddellijk afkomstig zijn uit een misdrijf dat de verdachte zelf heeft gepleegd, is niet aannemelijk geworden. De verdachte heeft daarover niet verklaard. Dat de voorwerpen onmiddellijk afkomstig zijn uit een misdrijf dat de verdachte zelf heeft begaan, volgt ook niet uit één van de in dit arrest bewezenverklaarde feiten, niet uit de bewijsvoering en evenmin uit de dossierstukken. Dit alles betekent dat het hof het feit dat onder 4 ten laste is gelegd, bewezen acht, met uitzondering van de hiervoor benoemde geldbedragen waarvan niet duidelijk is geworden dat deze in het zicht van de verdachte lagen.
aanvraagvan het paspoort exact heeft gehad, maar desondanks is het hof van oordeel dat ook de betrokkenheid van de verdachte kan worden vastgesteld. Anders dan de rechtbank beziet het hof de omstandigheid dat de verdachte dé belanghebbende was bij de afgifte van paspoort niet als een op zichzelf staand gegeven, maar in samenhang met de andere feiten en omstandigheden. Naast hetgeen hierboven al is opgemerkt, acht het hof nog van belang dat de verdachte in ieder geval moet hebben meegewerkt aan het nemen van de pasfoto die bij de aanvraag is gebruikt. Daarmee kan worden aangenomen dat de verdachte op enig moment over de pasfoto heeft kunnen beschikken en kan er enig direct verband tussen de aanvraag en de verdachte worden vastgesteld.
12.De voorwaardelijke verzoeken Tandem II
13.De voorwaardelijke verzoeken Marsman II
Het ter terechtzitting afspelen van en in tegenwoordigheid van de verdediging doen van eigen waarnemingen en het aan de orde kunnen stellen daarvan omtrent alle OVC-fragmenten, voor zover die deel zouden kunnen uitmaken van een potentiële bewijsconstructie.
Het met betrekking tot de uiteenlopende transcriptie en inhoud van de betrokken vertalingen
Het oproepen ter terechtzitting en horen als getuigen aldaar van de directeuren-generaal van de AIVD en de MIVD.
Het oproepen ter terechtzitting en horen als getuige aldaar van [medeverdachte 7] .
Het oproepen ter terechtzitting en horen als getuige aldaar van [persoon 5] , [persoon 6] en [persoon 7] .
Het toevoegen aan de processtukken – althans het verlenen van inzage, met oog op het gemotiveerd kunnen verzoeken van voeging aan de processtukken – van de in onderzoek 26Sassenheim veiliggestelde PGPSafe-data voor zover dat de communicatie van de ‘ [e-mailadressen] ’ betreft, in de periode 1 augustus 2015 tot en met 1 januari 2016.
Het doen van een poging tot het ontsleutelen van (verdere) berichten van voormelde accounts en in de uitgebreidere) periode van 1 augustus 2015 tot en met 1 januari 2016. nu het dossier vermeldt dat de betrokken accounts – in elk geval in de periode tot en met 1 a 3 november 2015 – berichten hebben verstuurd en ontvangen, die (vooralsnog) niet konden worden ontsleuteld.
14.De bewezenverklaring
Tandem IIdat:
hij op 5 oktober 2012 te Amsterdam een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal 10.747,90 euro, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf;
hij op 16 december 2014 te Utrecht, een reisdocument, te weten een Nederlands paspoort ten name van [naam 1] (voorzien van documentnummer [documentnummer] ), heeft doen verstrekken op grond van valse persoonsgegevens, immers heeft hij
hij op 7 april 2016 te Dublin, zich heeft schuldig gemaakt aan witwassen, immers heeft hij meerdere voorwerpen, te weten:
Marsman IIdat:
hij in de periode van 15 november 2015 tot en met 16 november 2015 in Nederland en/of in Ierland, heeft gepoogd om [medeverdachte 6] door een belofte en door het verschaffen van inlichtingen, te bewegen om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] van het leven te beroven, bestaande die belofte uit het in het vooruitzicht stellen van 130.000 euro en bestaande het verschaffen van die inlichtingen uit het geven van identificerende gegevens en de aanduiding van het voertuig en de verblijfslocatie van die [slachtoffer 2] .
15.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
16.De strafbaarheid van de verdachte
17.De oplegging van straf
18.Het beslag
19.De vorderingen van de benadeelde partijen
20.De toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
25 (vijfentwintig) jaren en 4 (vier) maanden.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: