ECLI:NL:GHAMS:2024:2385
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- R.D. van Heffen
- A.M.P. Geelhoed
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding na beëindiging strafzaak tegen minderjarige verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2024 uitspraak gedaan op een gezamenlijk ingediend verzoekschrift van twee minderjarige verzoekers, die schadevergoeding vroegen na de beëindiging van hun strafzaak. De verzoekers, geboren in 2006 en 1975, hadden hun verzoekschrift op 29 februari 2024 ingediend. De advocaat-generaal heeft op 9 juli 2024 zijn standpunt kenbaar gemaakt, waarna het hof op 16 juli 2024 de betrokken partijen heeft gehoord. De verzoekers claimden schadevergoeding voor gemaakte reiskosten, parkeerkosten, immateriële schade, loonderving en kosten van rechtsbijstand, in totaal oplopend tot aanzienlijke bedragen. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak, waaronder de jonge leeftijd van verzoeker 1 en de impact van de voorlopige hechtenis, in overweging genomen. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren voor het toekennen van een schadevergoeding, en heeft de verzoeken gedeeltelijk toegewezen. De totale schadevergoeding die aan verzoeker 1 is toegekend bedraagt € 20.143,30, terwijl verzoeker 2 een bedrag van € 162.597,47 is toegekend. Het hof heeft de overige verzoeken afgewezen en de beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.