ECLI:NL:GHSHE:2004:AO9893

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 mei 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20.003069;11299
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • M. Ficq
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte reiskosten en kosten van rechtsbijstand in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 mei 2004 uitspraak gedaan op een verzoek tot schadevergoeding uit 's Rijks kas. Het verzoeker, geboren in 1952 en wonende te Bladel, heeft reiskosten gemaakt in verband met zijn strafzaak, die eindigde zonder oplegging van straf of maatregel. De reiskosten waren gemaakt voor bezoeken aan de politierechter en gesprekken met psychiaters en een reclasseringsmedewerker. Het openbaar ministerie betwistte de vergoeding van de reiskosten voor de bezoeken aan de psychiater en reclassering, maar het hof oordeelde dat deze kosten wel voor vergoeding in aanmerking komen, aangezien ze gemaakt zijn in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek. Het hof heeft vastgesteld dat de reiskosten, samen met de kosten van rechtsbijstand, in totaal €714,70 bedragen. De voorzitter van het hof heeft de beslissing genomen om dit bedrag aan verzoeker toe te kennen, en gelastte de griffier om het bedrag over te maken naar de rekening van de advocaat van verzoeker. De beslissing is genomen na behandeling van het verzoek op 10 mei 2004, waarbij het hof kennis nam van de conclusie van de advocaat-generaal en de argumenten van de verzoeker.

Uitspraak

raadkamernr. : 11299
parketnummer : 20.003069.02
uitspraakdatum : 24 mei 2004
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
BESLISSING OP VERZOEK SCHADEVERGOEDING EX ARTIKEL 591a JUNCTO 591 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING.
Beslissing van de voorzitter van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof op het op 28 november 2003 ter griffie van dit hof ingediende verzoek van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1952,
wonende te [adres].
Het verzoek strekt tot toekenning van een vergoeding uit 's Rijks kas ter zake van door verzoeker ten behoeve van het onderzoek en de behandeling van de strafzaak gemaakte reiskosten en de kosten van een raadsman als bedoeld in artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering.
Het onderzoek van de zaak
Het verzoek is op 10 mei 2004 door de raadkamer in het openbaar behandeld.
Het hof heeft kennis genomen van de conclusie van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verzoeker naar voren is gebracht.
De conclusie van de advocaat-generaal strekt tot gedeeltelijke toewijzing van het verzoek.
De beoordeling
Het verzoek is tijdig ingediend.
Uit de gedingstukken, waaronder begrepen de stukken van de strafzaak, blijkt dat de strafzaak tegen verzoeker onder genoemd parketnummer het laatst voor dit hof werd vervolgd en is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Verzoeker heeft reiskosten gemaakt terzake van:
- de zitting van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch d.d. 22 augustus 2003 (retour Bladel - 's-Hertogenbosch à ? 6,40 buskosten en ? 8,90 treinkosten = ? 15,30);
- de zitting van dit hof d.d. 4 augustus 2003 (retour Bladel - 's-Hertogenbosch à ? 6,40 buskosten en ? 8,90 treinkosten = ? 15,30);
- de gesprekken met H.L.C. Morre, psychiater van het Carolus-Liduina ziekenhuis respectievelijk van de FPD, beide te 's-Hertogenbosch (4 maal retour Bladel - 's-Hertogenbosch à ? 6,40 buskosten en ? 8,90 treinkosten = ? 61,20);
- de gesprekken met P. Zonneveld, psychiater te 's-Hertogenbosch (3 maal retour Bladel - 's-Hertogenbosch à ? 6,40 buskosten en ? 8,90 treinkosten = ? 45,90);
- de gesprekken met J. van Wely, reclasseringsmedewerker te Eindhoven (5 maal retour Bladel - Eindhoven à ? 6,40 buskosten ? 32,00).
Het openbaar ministerie stelt zich - blijkens de overgelegde conclusie - op het standpunt dat de reiskosten met betrekking tot de bezoeken aan de psychiater en reclassering niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Volgens artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering komen, nadat de zaak, zoals in casu, geëindigd is zonder oplegging van straf, ondermeer voor vergoeding in aanmerking de reiskosten ten behoeve van het onderzoek en de behandeling van de zaak. Dooronder vallen ook, naar het oordeel van het hof, de reiskosten voor de bezoeken aan de psychiater nu de opdracht voor de forensisch psychiatrische rapportage was gegeven door de rechter-commissaris in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek. Ook vallen onder die kosten de reiskosten van een bezoek aan de reclassering nu, blijkens het voorblad van het reclasseringsrapport, die rapportage werd opgesteld in opdracht van de rechtbank. Nu deze rapportages zijn gemaakt in opdracht van de rechter-commissaris respectievelijk de rechtbank - en het maken van reiskosten dus niet ter eigen beoordeling van de verdachte stond - en deze rapporten voorts, zoals ook blijkt uit de opdracht, in het belang van een juiste behandeling van de strafzaak moesten worden gemaakt, komen zij derhalve, zoals hiervoor overwogen, voor vergoeding in aanmerking.
Derhalve heeft verzoeker aanspraak op vergoeding van reiskosten, berekend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet tarieven in strafzaken. Aan de hand van het wettelijk tarief komt een bedrag van ? 169,70 voor vergoeding in aanmerking.
Uit de aard van de onderwerpelijke strafzaak vloeit de wenselijkheid voor de gewezen verdachte voort om zich van rechtsbijstand te voorzien. De opgegeven kosten worden genoegzaam gestaafd door de overgelegde declaratie en het beloop daarvan valt - mede gelet op omvang en verloop van de strafzaak - niet als bovenmatig aan te merken. Aan de hand van deze norm komt ter zake van kosten van rechtsbijstand een bedrag van ? 545,00 voor vergoeding in aanmerking.
In totaal komt hiermede voor vergoeding in aanmerking ? 714,70.
B E S L I S S I N G :
Het hof:
Kent aan verzoeker ten laste van de Staat een vergoeding toe ten bedrage van ? 714,70
Wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus beslist door mr. Ficq, in tegenwoordigheid van mr. Waals, als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 mei 2004.
De voorzitter beveelt de tenuitvoerlegging van deze beslissing en gelast de
griffier van dit hof aan verzoeker te betalen het bedrag van ? 714,70 (zegge: zevenhonderd en veertien Euro en zeventig eurocent) door overmaking van dat bedrag op bankrekening 58.45.92.205 ten name van de Stichting Derdengelden Advocatekantoor van Rijthoven te Bladel.