Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Feiten
1.1 Definitions
(…)
“Amount(s) Due” means all amounts due and payable by the Borrowers to the Assignor as more particular set out in Schedule I hereto.
(…)
“Borrower” means a Person who owes money to the Assignor as more particularly set out in Schedule I hereto, and who is liable to pay the Amounts Due as appearing against his name to the Assignor, and “Borrowers” shall mean all such persons collectively.
(…)
“Purchase Consideration” means USD 61,305,694 being the value of the Assigned Amounts.
(…)
2. ASSIGNMENT
(…)
2.2 Payment of the Purchase Consideration
The Assignee shall pay to the Assignor the Purchase Consideration or the Balance Payment Consideration, as the case may be, on or before the Payment Date in accordance with the provision of this Agreement.”
griffier: bladzijde 2, punt 7] en of deze wel in geschil is; deze vordering is eveneens in geschil omdat de inspecteur ook bij die vordering de rente heeft geïmputeerd.
(…)
Het Hof vraagt mij of er schulden zijn ontstaan op het moment van verkoop van de deelnemingen. Er is een koopsom bepaald voor de overdracht van de deelnemingen, dat is geen schijn. Op de vraag van het Hof wat is overeengekomen over de betaling antwoord ik dat er niets is overeengekomen. Het is lastig uit te leggen vanwege het verschil tussen fiscaal en commercieel. Het voorwerp van de uitdeling is de waarde van de onderneming, ofwel de deelneming of de koopsom die niet betaald is. Ik kan niet een goed antwoord geven op de vraag wat er is afgesproken over de betaling van de koopsom bij verkoop van de deelnemingen. Er is een koopsom bepaald en dat suggereert een terugbetaling, maar op dat moment was het voor partijen duidelijk dat er nooit iets betaald zou worden. (…) Ik kan enkel redeneren vanuit de eindsituatie. Die situatie is als volgt; partijen hebben niet beoogd een terugbetaling te verrichten, daar zijn geen afspraken over gemaakt. Het Hof vraagt mij naar de bancaire beperkingen tot het doen van de terugbetaling van € 1,8 miljoen en de uitkering zoals overeengekomen in de overeenkomst van 28 februari 2017, maar daar heb ik geen antwoord op.”
griffier: verweerschrift in de zaak met kenmerk 23/00490] hebben wij deze stelling van belanghebbende behandeld.
(…)
Het Hof vraagt of dividendbelasting is ingehouden, maar op het moment van de overdracht van de eerste vordering was de coöperatie niet belastingplichtig voor de dividendbelasting. Inmiddels is de wetgeving veranderd en aangescherpt.
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
5.Beoordeling van het geschil
Zo heeft [A] nooit maatregelen genomen om de openstaande bedragen van [D] te innen, ondanks – naar belanghebbende heeft gesteld – een toenemend negatief eigen vermogen van [D] . Evenmin heeft belanghebbende na de assignmentovereenkomst maatregelen genomen om de – uit hoofde van die overeenkomst – openstaande bedragen van [H] betaald te krijgen, ook niet na – zoals belanghebbende heeft vermeld – de verkoop van [D] door [H] in 2017, als gevolg waarvan volgens belanghebbende gelden de structuur binnenstroomden die een aflossing mogelijk hadden kunnen maken. Bij een “echte lening” zou na de verkoop van [D] door [H] een aflossing van die lening door [H] volgens belanghebbende voor de hand hebben gelegen.
Voorts wijst belanghebbende in dit verband op de uitspraak Hof Amsterdam 25 januari 1973, ECLI:NL:GHAMS:1973:AX4786, BNB 1974/64. Ook op deze subsidiaire grond kan er bij belanghebbende in de jaren 2014/15, 2015/16 en 2016/17 geen rente in aanmerking worden genomen op vorderingen van [A] op [D] dan wel op een vordering van haar op [H] .
De inspecteur5.7. De inspecteur neemt de in onderdeel 2a, 2b en 2c van de uitspraak van de rechtbank aangehaalde Share Sale Agreements en de daarin opgenomen verplichting tot betaling door [D] aan [A] van de door [D] schuldig gebleven koopsom als uitgangspunt.
Dat deze betalingsverplichting na de totstandkoming van de Share Sale Agreements niet is blijven bestaan, acht de inspecteur niet aannemelijk. De inspecteur sluit zich op dit punt aan bij het oordeel van de rechtbank in onderdeel 21 van haar uitspraak.
De waarde van de deelnemingen geven aan [D] in beginsel de capaciteit om de schuldig gebleven koopsommen te voldoen; dit te meer, omdat de schulden aan derden van [D] volgens de inspecteur verwaarloosbaar zijn.
Hof:zie uitspraak rechtbank onder 4), als zodanig in de jaarrekening 2016/17 van belanghebbende tot uiting komt. Ook deze vordering kende volgens de inspecteur een terugbetalingsverplichting, in welk verband hij wijst op paragraaf 2.2 van de assignmentovereenkomst en ten tijde van het ontstaan van deze vordering was [H] volgens de inspecteur ruim voldoende kredietwaardig.
5.10. Dat geen pogingen zijn gedaan om de vorderingen op [D] betaald te krijgen maakt volgens de inspecteur niet dat het geen vorderingen zouden zijn, gezien de omstandigheid dat de vorderingen slechts korte tijd hebben uitgestaan, terwijl bovendien op één van de vorderingen US $ 1.800.000 is afgelost.
Hof: [A] ] the Amounts Due’.
Het hoger beroep is derhalve ongegrond en de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.
6. Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.