ECLI:NL:GHAMS:2023:2839

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
23-002829-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake kinderporno en controle gegevensdragers

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1969, was eerder veroordeeld voor het bezit van kinderporno en had een bijzondere voorwaarde opgelegd gekregen om mee te werken aan controles van zijn gegevensdragers. Het hof heeft het verweer van de verdediging verworpen dat de controle onrechtmatig was, en heeft vastgesteld dat de bijzondere voorwaarde niet voldeed aan de huidige eisen van de rechtspraak. De verdachte had in de periode van 1 januari 2016 tot en met 3 september 2019 afbeeldingen van seksuele gedragingen met minderjarigen verspreid en in bezit gehad. Het hof heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van andere feiten gehandhaafd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en onder bijzondere voorwaarden. Het hof heeft ook bepaald dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder digitale gegevensdragers, aan het verkeer worden onttrokken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002829-22
datum uitspraak: 24 november 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 27 oktober 2022 in de strafzaak onder parketnummer
15-190497-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1969,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 november 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 augustus 2014 tot en met 3 september 2019 in de gemeente Hoorn, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal
telkens
afbeeldingen, en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten
  • een mobiele telefoon, merk Huawei (beslagnr. p.01.01), en/of
  • een harde schijf, merk Toshiba (beslagnr. p.01.02), en/of
  • een laptop, merk Toshiba (beslagnr. p.01.03), en/of
  • een laptop, merk Acer (beslagnr. p.01.04), en/of
  • een usb stick, merk [winkel] flashdrive (beslagnr. p.01.07), en/of
  • een usb stick, merk Maxell (beslagnr. p.01.08)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
([bestandsnaam 1].jpg, toonmap 1, beschreven in pv BV-05, foto 4 op blz 91 van het proces-verbaal))
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
([bestandsnaam 2].jpg, toonmap 1, beschreven in het pv BV-05, foto 2 op blz 91 van het proces-verbaal))
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestandsnaam 3], toonmap 1, beschreven in het pv BV-05, foto 1 op blz 91 van het proces-verbaal)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestandsnaam 4].JPG, toonmap 3, beschreven in het pv BV-02 op blz 22 van het proces-verbaal)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Rechtmatigheid controle gegevensdragers op grond van bijzondere voorwaarde

Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat sprake is van onherstelbare vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek. De verdenking in deze zaak is ontstaan nadat op grond van een bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland gestelde bijzondere voorwaarde is binnengetreden in de woning van de verdachte en zijn gegevensdragers zijn gecontroleerd. De betreffende bijzondere voorwaarde was – naar de huidige stand van de rechtspraak van de Hoge Raad – in strijd met artikel 14c, tweede lid, onder 14° van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De voorwaarde kwam immers neer op het moeten meewerken aan uit te oefenen ingrijpende dwangmiddelen. Daarnaast bleek niet op welke wijze de controles van de gegevensdragers mochten worden uitgevoerd, welke functionarissen daarbij betrokken mochten zijn en hoe gewaarborgd was dat de persoonlijke levenssfeer van de verdachte niet verder beperkt werd dan nodig voor het beoogde toezicht. Het binnentreden en de controle aan de gegevensdragers was daarom onrechtmatig.
Dit moet leiden tot bewijsuitsluiting van alle resultaten van het binnentreden en de controle aan de gegevensdragers, zodat de verdachte moet worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de raadsvrouw strafvermindering bepleit.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het binnentreden en de daarop volgende controle aan de gegevensdragers rechtmatig hebben plaatsgevonden, nu beide handelingen hebben plaatsgevonden op grond van een onherroepelijk vonnis.
Oordeel hof
Achtergrond
Met het oog op het voorkomen van en tijdig ingrijpen bij recidive door veroordeelden voor misdrijven die betrekking hebben op het bezit, vervaardigen, verspreiden etc. van kinderporno, is de bijzondere voorwaarde die het mogelijk maakt gedurende de proeftijd gegevensdrager(s) van veroordeelden op kinderporno te kunnen controleren, in de praktijk van groot belang. Alleen op die manier kan effectief worden gecontroleerd of de veroordeelde zich houdt aan bijzondere gedragsvoorwaarden die ertoe strekken recidive te voorkomen, zoals het zich onthouden van gedragingen gericht op internetomgevingen waar kinderporno kan worden verkregen.
In lijn met andere arresten van de Hoge Raad waarin eisen zijn gesteld aan de precieze reikwijdte – en dus aan de formulering – van bijzondere voorwaarden, vernietigde hij in 2016 een te ruim geformuleerde bijzondere voorwaarde betreffende de controle van gegevensdragers, zoals hiervoor bedoeld (zie HR 23 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:302). De rechtspraak over een acceptabele formulering van dergelijke bijzondere voorwaarden heeft zich nadien verder ontwikkeld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de wettelijke regeling de mogelijkheid open laat tot het stellen van een dergelijke voorwaarde die ertoe strekt het toezicht op andere door de rechter op grond van artikel 14c, tweede lid, Sr gestelde bijzondere voorwaarde(n) mogelijk te maken. Het moet dan wel gaan om een voldoende precies geformuleerd gedragsvoorschrift dat niet verder strekt dan voor het toezicht op de naleving van de andere bijzondere voorwaarde(n) noodzakelijk is (vgl. HR 28 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1403). Bovendien mag de gedragsvoorwaarde niet gedrag van de verdachte omvatten dat in feite overeenkomt met het meewerken aan door de politie uit te oefenen veelomvattende en ingrijpende dwangmiddelen (vgl. HR 7 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1215). Ook moet zijn gewaarborgd dat het toezicht niet leidt tot een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde. Daarbij komt betekenis toe aan de vraag met welke frequentie en hoe de controles van de gegevensdragers mogen worden uitgevoerd en welke (politie)functionarissen daarbij betrokken mogen zijn. (Vgl. HR 9 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:248 en HR 29 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1763).
De betreffende bijzondere voorwaarde
Bij vonnis van 26 maart 2015 heeft de rechtbank Noord-Holland de verdachte, onder meer wegens het bezit van kinderporno, een gevangenisstraf van 235 dagen opgelegd, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren, met onder andere de bijzondere voorwaarde dat:
“de veroordeelde zal meewerken aan computercontroles (maximaal zes keer per jaar) door de reclassering. Daartoe dient veroordeelde de reclassering toegang tot zijn computer(s) te geven door middel van het verstrekken van zijn wachtwoorden en overige toegangscodes en, indien de reclassering dit noodzakelijk acht, tijdelijk afstand te doen van zijn computer(s) en/of internetverbinding thuis.”
Het hof constateert dat deze bijzondere voorwaarde niet voldoet aan de eisen die daaraan in de huidige rechtspraak worden gesteld.
Tegen het vonnis van 26 maart 2015 is echter geen rechtsmiddel aangewend en ook is door of namens de veroordeelde geen wijziging of opheffing van deze voorwaarde verzocht. De betrokken reclasseringsmedewerker en opsporingsambtenaren mochten er daarom vanuit gaan dat genoemde gedragsvoorwaarde de grondslag kon vormen voor het huisbezoek en de controle van de gegevensdragers van de verdachte op 3 september 2019, binnen de proeftijd van vijf jaren. Het huisbezoek en de controle van de gegevensdragers hebben dan ook op rechtmatige wijze plaatsgevonden.
Beperkte inbreuk
Het hof zal desalniettemin de vraag beantwoorden of de wijze waarop aan de controle invulling is gegeven, tot een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde heeft geleid, in lijn met de huidige rechtspraak van de Hoge Raad.
De volgende omstandigheden zijn daarbij van belang.
Op 10 april 2015 is het vonnis van de rechtbank Noord-Holland onherroepelijk geworden. Op die dag begon de proeftijd van vijf jaren te lopen.
Op 3 september 2019 heeft de eerste controle plaatsgevonden, ruim vier jaar nadat het vonnis onherroepelijk is geworden. Bij deze eerste controle was een viertal bijzondere opsporingsambtenaren, waaronder twee digitaal specialisten, en de toezichthouder van de reclassering aanwezig. Zij hebben gehandeld overeenkomstig de werkwijze die met betrekking tot een dergelijk huisbezoek en de daarop volgende controle aan de gegevensdragers is vastgelegd in de Werkafspraken van juni 2017 tussen OM, politie en Reclassering met betrekking tot de controle van gegevensdragers. Deze werkafspraken houden onder meer in dat reclassering en politie gezamenlijk een onaangekondigd huisbezoek brengen, waarbij een politiemedewerker met digitale expertise, op basis van afstemming tussen reclassering en politie geselecteerde gegevensdragers van de betrokkene ter plaatse onderzoekt. Dit onderzoek betreft een eerste inkijk, waarbij op basis van hetgeen wordt aangetroffen, indicaties kunnen worden gegeven voor het bezit van kinderporno. Indien een nieuwe verdenking ontstaat, dan start de politie een opsporingsonderzoek en vindt het nader onderzoek aan de gegevensdragers plaats in het kader van dat opsporingsonderzoek. Ook is in deze werkafspraken uitdrukkelijk opgenomen dat als de betrokkene geen medewerking verleent aan de controle, bijvoorbeeld wanneer geen toegang wordt verschaft tot de woning voor de controle en/of tot de gegevensdragers, de toezichthouder deze overtreding van de bijzondere voorwaarden meldt bij de officier van justitie. De feitelijke controle aan huis berust in alle gevallen op de medewerking van de betrokkene.
De verdachte heeft meegewerkt aan de controle. De door hem aan de digitaal specialist [specialist] overhandigde Huawei telefoon is onderzocht op de aanwezigheid van kinderporno. Op die telefoon bleek zich een op 10 juni 2018 verzonden e-mail te bevinden met als bijlagen seksuele getinte foto's van jong lijkende meisjes met een geschatte leeftijd tussen 6 en 12 jaar. Vervolgens trof de digitaal specialist nog een tweetal e-mails aan met in de bijlage seksueel getinte foto’s van jong lijkende meisjes. Daarop is besloten de digitale gegevensdragers in beslag te nemen en een opsporingsonderzoek te starten. De verdachte werd aangemerkt als verdachte van overtreding van art. 240b Sr. Vervolgens verleende de verdachte zijn medewerking aan het verzoek om voor inbeslagneming vatbare voorwerpen zoals digitale gegevensdragers en andere voorwerpen over te dragen en droeg hij een aantal daarvoor vatbare voorwerpen over. Op verzoek verstrekte de verdachte vervolgens de daarbij behorende inlogcodes en wachtwoorden. Hem is de cautie gegeven. Bij later onderzoek aan de gegevensdragers werd meer en ander kinderpornografisch materiaal aangetroffen.
Naar het oordeel van het hof is bij de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de bijzondere voorwaarde niet een meer dan beperkte inbreuk gemaakt op het recht van de verdachte op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer.
Het verweer wordt in al zijn onderdelen verworpen.

Partiële vrijspraak

Ten aanzien van het vervaardigen van kinderporno
Het hof is van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder het vierde gedachtestreepje is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof stelt in dat kader vast dat de ten laste gelegde afbeelding niet de ejaculatie op een lichaam inhoudt, maar een ejaculatie op een afbeelding van een lichaam ([bestandsnaam 4].JPG, toonmap 3, beschreven in het pv BV-02 op bladzijde 22 van het proces-verbaal).
In lijn met het voorgaande kan ook het vervaardigen van kinderporno niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard zodat de verdachte ook hiervan wordt vrijgesproken.
Ten aanzien van de pleegperiode
Als pleegperiode is ten laste gelegd de periode van 1 augustus 2014 tot en met 3 september 2019. Het hof kiest – mede gelet op hetgeen de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep daaromtrent heeft verklaard – als aanvang van de bewezenverklaarde periode een tijdstip gelegen (ruim) na het vonnis van 2015 om overlap met de bewezenverklaarde periode in het vorige vonnis uit te sluiten.
Het hof zal als pleegperiode de periode van 1 januari 2016 tot en met 3 september 2019 bewezen verklaren.
Ten aanzien van ‘thumbnail’ afbeeldingen
Het hof kan niet vaststellen dat de afbeeldingen die uitsluitend als ‘thumbnail’ op de gegevensdragers van de verdachte zijn aangetroffen als kinderpornografisch moeten worden beoordeeld, zodat de verdachte van die afbeeldingen wordt vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 3 september 2019 in Nederland afbeeldingen en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten
  • een mobiele telefoon, merk Huawei (beslagnr. p.01.01), en/of
  • een harde schijf, merk Toshiba (beslagnr. p.01.02), en/of
  • een laptop, merk Toshiba (beslagnr. p.01.03), en/of
  • een laptop, merk Acer (beslagnr. p.01.04)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en/of door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
de voortgezette handeling van:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte is gemaakt
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte is gemaakt.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en onder een aantal bijzondere voorwaarden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van tien maanden met een proeftijd van drie jaren. Daarbij heeft zij gevorderd dat bijzondere voorwaarden worden gesteld.
De raadsvrouw heeft het hof in het kader van de strafmaat verzocht rekening te houden met de geringe hoeveelheid aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen, de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, de toepassing van art. 63 Sr en de manier waarop de verdachte de afgelopen tijd heeft ingevuld en met zijn problematiek aan de slag is gegaan. Daarbij komt dat de verdachte de afgelopen vier jaar niet meer met justitie in aanraking is gekomen en hij zich schuldbewust opstelt. De raadsvrouw acht een geheel voorwaardelijke straf met een meldplicht en ambulante behandeling, zoals door de reclassering is geadviseerd, passend. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal ingrijpende gevolgen hebben voor de verdachte.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezitten, verspreiden, aanbieden en verwerven van kinderporno. Kinderpornografie kent een achtergrond van uitbuiting en misbruik van kinderen. De vraag naar en het bezit van kinderporno draagt bij aan de productie ervan en daarmee aan het misbruik van kinderen en dient daarom krachtig te worden bestreden. De verdachte heeft door het op zijn computer opslaan en verspreiden van de kinderpornografische afbeeldingen bijgedragen aan het in stand houden van de vraag naar dit materiaal en is zodoende mede verantwoordelijk voor het misbruiken van kinderen voor het maken daarvan. Dat de verdachte van het bezitten, aanbieden, verwerven en verspreiden van kinderpornografisch materiaal een gewoonte heeft gemaakt, geldt hierbij als een wettelijke strafverzwarende omstandigheid.
Volgens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 30 oktober 2023 is hij tweemaal eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake van kinderporno-delicten, hetgeen strafverzwarend werkt.
Het hof stelt tot slot vast dat er in eerste aanleg sprake is geweest van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM. Gelet op de op te leggen (voorwaardelijke) straf zal het hof volstaan met de enkele constatering van deze inbreuk.
Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Met deze straf wordt beoogd de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst een strafbaar feit te plegen. Met het oog op dit laatste wordt de proeftijd gesteld op 3 jaar.
Het hof zal, eveneens met het oog op voorkoming van recidive, de door de advocaat-generaal gevorderde bijzondere voorwaarden stellen met dien verstande dat het hof aanleiding ziet om die iets anders vorm te geven in die zin dat – in het kader van toezicht – de controlebevoegdheid door de reclassering op 6 (zes) keer gedurende de gehele proeftijd van 3 (drie) jaren wordt vastgesteld. Het hof overweegt daartoe dat die frequentie voldoende instrumenten biedt om het toezicht door de reclassering naar behoren uit te oefenen, zonder dat daarbij inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte wordt gemaakt die verder gaat dan voor een effectieve uitvoering van het toezicht nodig is.

Beslag

Onder de verdachte zijn, volgens een beslaglijst van 13 oktober 2022, de volgende voorwerpen in beslag genomen en nog niet teruggegeven:
een HUAWEI telefoontoestel (goednummer 554224);
een TOSHIBA dataschijf (goednummer 554245);
een TOSHIBA computer (goednummer 554246);
een ACER computer (goednummer 554248);
een USB-stick (memorykaart) [winkel] FLASH DRIVE (goednummer 554468);
een USB-stick (memorykaart) MAXELL (goednummer 554470);
een foto (goednummer 554487);
een foto (goednummer 554489);
een filmcamera (goednummer 554481).
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat alle in beslag genomen voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
De raadsvrouw heeft alleen in het kader van de inbeslaggenomen goederen verzocht om van de op de [winkel] USB-stick – vermeld onder nummer 5 – opgeslagen foto’s van de vader van de verdachte een kopie aan de verdachte te verstrekken, omdat deze van emotionele waarde voor de verdachte zijn.
Het hof overweegt als volgt.
Het bewezenverklaarde feit is begaan met betrekking tot de voorwerpen genoemd onder 1 tot en met 4. Het ongecontroleerde bezit van deze voorwerpen – waarop kinderporno staat – is in strijd met de wet. Daarom worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
De inhoud van de onder 5 genoemde [winkel] -USB-stick is beschreven op doorgenummerde bladzijden 19-23 van het politiedossier. Niettegenstaande de ‘technische’ vrijspraak van de verdachte ter zake van de bestanden op deze gegevensdrager, is het hof van oordeel dat het afbeeldingen bevat die vallen onder het bereik van artikel 240b Sr. Het betreft hier dus een aan de verdachte toebehorend voorwerp dat bij gelegenheid van het onderzoek naar het door hem begane feit is aangetroffen waarvan het ongecontroleerde bezit in strijd is met de wet omdat zij kan dienen tot het begaan van soortgelijke feiten. Ook dit voorwerp zal worden onttrokken aan het verkeer.
Hetzelfde geldt voor de onder 6 genoemde Maxell-USB-stick, gelet op de inhoud daarvan, zoals beschreven op onder meer de doorgenummerde bladzijden 87-88.
De voorwerpen onder 7 tot en met 9 zijn twee foto's van minderjarige meisjes en een filmcamera. Gelet op de verklaring van de verdachte over het (deels) door hemzelf vervaardigd zijn van de afbeeldingen op de [winkel] - en Maxell-USB-sticks is het hof van oordeel dat ook deze voorwerpen op grond van artikel 36d Sr voor onttrekking aan het verkeer in aanmerking komen. De voorwerpen
behoren de verdachte toe en zijn in handen van deze verdachte, gelet op het bewezenverklaarde feit, van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. De voorwerpen kunnen onmiskenbaar dienen tot het begaan van soortgelijke strafbare feiten.
Voor de door de raadsvrouw gevraagde teruggave van een aantal bestanden op de [winkel] USB-stick ziet het hof geen ruimte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d, 56, 63 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de
- veroordeelde zich meldt op bij Reclassering Nederland op het adres [adres02] en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- veroordeelde zich ambulant laat behandelen door de GGZ Noord-Holland-Noord of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- veroordeelde zich gedurende de proeftijd op elke wijze:
a. onthoudt van het maken van fotografische afbeeldingen van minderjarigen, waarbij de minderjarige centraal is gesteld;
b. onthoudt van het op digitale wijze, seksueel getint communiceren met minderjarigen;
c. onthoudt van het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
d. onthoudt van het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
e. onthoudt van het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn digitale apparatuur;
f. onthoudt van het gebruik van de volgende software: TOR, Tailz, VPN.
Het toezicht op de onder a. tot en met f. vermelde voorwaarden kan onder andere bestaan uit onaangekondigde controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee internet kan worden benaderd en die veroordeelde in gebruik heeft. Veroordeelde werkt hieraan mee tijdens een (onaangekondigd) huisbezoek en verschaft daartoe toegang tot alle aanwezige computers, mobiele apparaten en andere digitale gegevensdragers, waaronder begrepen het verstrekken van wachtwoorden die nodig zijn voor toegang. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde, maar is toegespitst op de naleving van de voormelde voorwaarden. Een controle zal verricht kunnen worden met behulp van softwarematige tools waarbij op basis van bestandsvergelijking (zogenaamde hashwaarde), wordt gecontroleerd of op de gegevensdragers sporen aanwezig zijn van gedrag dat valt onder de onder a. tot en met f. gestelde voorwaarden. Een controle zal ook kunnen bestaan uit het handmatig en visueel onderzoeken van die gegevensdragers, teneinde te controleren of op de gegevensdragers sporen aanwezig zijn van gedrag dat valt onder de onder a. tot en met f. gestelde voorwaarden.
Ten behoeve van de controles mag de toezichthouder, indien en voor zover noodzakelijk, voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is.
Deze controles mogen gedurende de gehele proeftijd van 3 jaren maximaal 6 keer worden uitgevoerd.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 STK Telefoontoestel (omschrijving: goednummer 554224, Huawei);
- 1 STK Dataschijf (omschrijving: goednummer 554245, Toshiba);
- 1 STK Computer (omschrijving: goednummer 554246, Toshiba);
- 1 STK Computer (omschrijving: goednummer 554248, Acer);
- 1 STK USB-stick (memorykaart) (omschrijving: goednummer 554468, [winkel] Flash Drive);
- 1 STK USB-stick (memorykaart) (omschrijving: goednummer 554470, Maxell);
- 1 STK Foto (omschrijving: goednummer 554487);
- 1 STK Foto (omschrijving: goednummer 554489);
- 1 STK Filmcamera (omschrijving: goednummer 554481).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Jeltes, mr. M.L.M. van der Voet en mr. R. Kuiper, in tegenwoordigheid van
mr. A.C. Vermeijden en mr. S. Bonset, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 november 2023.
Mrs. Van der Voet en Bonset zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.