Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
HAA 21/1539 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
1.Ontstaan en loop van het geding
2.2. Feiten
9 september 2016 de beroepen in cassatie van belanghebbende inzake de ambtshalve aanslagen Vpb 2010 en 2011 niet-ontvankelijk verklaard.
3.Geschil in hoger beroep
4.4. Overwegingen van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
De aanmaningskosten maken geen deel uit van de onderhavige procedure. De rechtbank heeft tijdens de zitting van 14 februari 2018 (zie het proces verbaal van zitting onder 2.3) de zaak voor zover deze betrekking heeft op de aanmaningskosten (kosten van vervolging), verwezen naar de ontvanger teneinde dit bezwaar alsnog in behandeling te nemen.
30 mei 2017, zoals volgt uit hetgeen is vermeld onder 2.2.
AMS 22/00412.
6.6. Kosten
7.Beslissing
mr. I.A. Kranenburg als griffier. De beslissing is op 19 september 2023 in het openbaar uitgesproken. Bij afwezigheid van de voorzitter is de uitspraak ondertekend door de jongste raadsheer.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.