Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van de gedingen
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot € 11.530;
- wijzigt de boetebeschikking en stelt de boete vast op € 1.153;
- wijzigt de rentebeschikking en stelt de belastingrente vast op € 822;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.335.”
2.Feiten
- rente lening u/g [A] € 571
- rente lening u/g [bedrijf 1] € 5.313
- rente lening u/g [X] jr. € 2.418
- Rente lening u/g [B] € 692
- ontvangen bankrente: € 9.711
- rente r/c [X] jr. € 8.755
- ontvangen rente fiscus € 13
- blanco rentebaten € 66.000
- ontvangen rente lening [bedrijf] € 60.000
- ontvangen rente lening [bedrijf 2] € 75.000
- ontvangen rente bank € 3.444
- ontvangen rente belastingdienst € 423
- een “overeenkomst van geldlening” tussen [C] en belanghebbende, ondertekend met dagtekening 31 januari 2014, waarin eerstgenoemde erkent op 31 januari 2014 € 32.500 schuldig te zijn aan laatstgenoemde, en verder onder meer is bepaald dat over de hoofdsom dan wel het restant daarvan tien percent rente per jaar is verschuldigd, te betalen per jaareinde, en dat aflossing dient plaats te vinden op 31 januari 2015, tenzij anders wordt overeengekomen;
- een “overeenkomst van geldlening” tussen “ [D] , h/o [bedrijf 2] ” en belanghebbende, ondertekend met dagtekening 3 oktober 2013, waarin eerstgenoemde erkent op 3 oktober 2013 € 500.000 schuldig te zijn aan laatstgenoemde, en verder onder meer is bepaald dat over de hoofdsom dan wel het restant vijftien percent rente per jaar is verschuldigd, per maand te betalen, vanaf 1 januari 2016 te verminderen tot tien percent per jaar, en dat aflossing op eerste verzoek van belanghebbende per maand zal plaatsvinden (niet vermeld is met welk bedrag per keer);
- een “overeenkomst van geldlening” tussen [bedrijf] . en belanghebbende, opgemaakt op papier met logo van [E] en [F] advocaten, door beide partijen ondertekend met dagtekening 23 augustus 2013, waarin wordt overeengekomen dat belanghebbende ten titel van geldlening een bedrag van € 450.000 aan eerstgenoemde verstrekt en verder onder meer is bepaald dat over de hoofdsom dan wel het restant tien percent rente per jaar is verschuldigd en dat de looptijd van de lening in beginsel 48 maanden bedraagt;
- een op papier van Mr [G] c.s. notarissen opgemaakt concept getiteld “kredietovereenkomst/algemene bepalingen@”, met dagtekening 6 november 2012, waarin belanghebbende met [bedrijf 1] en twee andere besloten vennootschappen kredietgever wordt genoemd en waarin is vermeld dat “kredietgever (…) bereid is aan [bedrijf 3] . een krediet te verstrekken tot een maximum van één miljoen vijfhonderdduizend euro (…), welk krediet [bedrijf 3] . aanvaardt”, dat de rente vijf percent per maand bedraagt, verderop omgerekend tot zestig percent per jaar, en dat de kredietgever te allen tijde met inachtneming van een termijn van drie maanden een einde aan de overeenkomst kan maken.
9.Boete
4.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
- voor het jaar 2012 wordt volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden, omdat de boete minder dan € 200 beloopt;
- voor het jaar 2013 wordt de boete met 10% verminderd tot € 207, en
- voor het jaar 2014 wordt de boete met 10% verminderd tot (naar beneden afgerond) € 1.037.
5.Kosten
6.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank over het jaar 2012 (kenmerk 21/00271);
- vernietigt de uitspraken van de rechtbank over de jaren 2013 en 2015 voor zover daarin is beslist over de boeten (kenmerken 21/00272 en 21/00273);
- vernietigt de uitspraak op bezwaar over het jaar 2013 voor zover deze de boete betreft;
- vermindert de boete voor het jaar 2013 tot € 207, en
- vermindert de boete voor het jaar 2015 tot € 1.037.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.