ECLI:NL:HR:2002:AD9708
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en bewijsvoering bij concernkosten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak november 1997. De naheffingsaanslag, oorspronkelijk opgelegd ten bedrage van ƒ 39.000, werd later ambtshalve verminderd tot ƒ 19.748. De Inspecteur verklaarde belanghebbende niet ontvankelijk in haar bezwaar, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en handhaafde de naheffingsaanslag zoals deze was verminderd.
Belanghebbende, statutair gevestigd op de Nederlandse Antillen, heeft in Nederland een vaste inrichting waar zij handelt in vreemde valuta en cheques. De onderneming maakt deel uit van een internationaal concern. In cassatie werd onder andere de vraag behandeld of het Hof de bewijslast juist heeft verdeeld en of de concernkosten als vergoeding voor belaste prestaties kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte heeft vastgesteld dat de gemachtigde van belanghebbende akkoord is gegaan met een aftrekpercentage van 30% voor valuta-transacties.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie en gelastte de vergoeding van het griffierecht aan belanghebbende. Dit arrest is gewezen op 1 maart 2002.