Uitspraak
mr. G.J.R. Kalsbeeken
mr. I.J. Rozendal, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. R.G.J. de Haan,
mr. M. Keuperen
mr. B.S.D. Sanders, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
[F],
[G] ,
[F],
[G],
[H],
mr. R.G.J. de Haan,
mr. M. Keuperen
mr. B.S.D. Sanders, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
7 [I] ,
mr. V.R.M. Appelmanen
mr. T.R. Bosker, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
10 [L] ,
[M],
- verzoeksters ieder afzonderlijk als [A] ., [B] , [C] en [D] , en gezamenlijk als [A c.s.] ;
- verweersters ieder afzonderlijk als BBBZ en als Steenfabriek en gezamenlijk als Steenfabriek c.s.;
- belanghebbenden sub 1 t/m 6 ieder afzonderlijk als STAK, [F] , [G] en [H] ;
- Steenfabriek c.s. en belanghebbenden sub 1 t/m 6 gezamenlijk als BBBZ c.s.; en
- belanghebbende sub 7 als [I] ;
- belanghebbende 10 en 11 als [L] en [M] .
1.Het verloop van het geding
2.Aanvullende feiten
3.De gronden van de beslissing
qualitate quabestuurder C van STAK is. Dit levert problemen op in de besluitvorming. BBBZ c.s. stellen zich op het standpunt dat [G] voorzitter van de raad van commissarissen van Steenfabriek moet blijven vanwege zijn betrokkenheid bij de onderneming. Geen van partijen heeft in onderhavige procedure bezwaren aan het adres van [G] geuit en zijn schorsing als voorzitter zou gelet op de bepaling dat [L] een beslissende stem heeft niets toevoegen, aldus BBBZ c.s.
qualitate quatevens zal fungeren als bestuurder C en voorzitter van STAK. Dat als wenselijk gevolg van deze onmiddellijke voorzieningen tevens de samenstelling van het bestuur van STAK wordt geraakt, volgt uit de beschikking en is ter zitting met partijen besproken (zie rov. 3.23 en 3.24).
qualitate quatevens bestuurder C van STAK is. Het verzoek van BBBZ c.s. zal de Ondernemingskamer derhalve afwijzen.