Uitspraak
mr. N.P.F.E. van der Peeten
mr. B.J.C. Zeschmann, beiden kantoorhoudende te Maastricht,
mr. J.L.E. Marchal, kantoorhoudende te Maastricht,
mr. M.J. Dropen
mr. M. Vermorken,
mr. J.G. MOLENAARin zijn hoedanigheid van door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder van Monitor Management B.V.,
mr. Y. BORRIUSin haar hoedanigheid van door de Ondernemingskamer benoemde beheerder van aandelen in Monitor Management B.V.,
- verzoekster als Acrobat;
- verweersters afzonderlijk als Monitor en SmartVital en gezamenlijk als Monitor c.s.;
- belanghebbenden sub 1 en 2 als Brampton en Visionlead en gezamenlijk als Brampton c.s.;
- belanghebbende sub 3 als HEC;
- belanghebbende sub 4 als Molenaar;
- belanghebbende sub 5 als Borrius.
1.Het verloop van het geding
- ii) te bepalen dat onder redelijke kosten zijn begrepen: de kosten van rechtsbijstand en andere deskundigen; alsmede de kosten van de eigen werkzaamheden van Molenaar of Borrius, voor zover deze kosten betrekking hebben op het informeren en instrueren van vertegenwoordigers in rechte en andere deskundigen en het bijwonen van besprekingen en mondelinge behandelingen in verband met die procedures; waaronder begrepen dergelijke kosten die opkomen nadat Molenaar is uitgetreden als bestuurder van Monitor, respectievelijk nadat Borrius is opgehouden als beheerder van aandelen op te treden;
- iii) te bepalen dat Monitor gehouden is zekerheid te stellen voor de nakoming van de door de Ondernemingskamer te bepalen vrijwaring althans de verplichtingen die de Ondernemingskamer oplegt naar aanleiding van dit verzoek en dat Molenaar daartoe een bedrag ten laste van Monitor en SmartVital in depot mag storten op de derdengeldrekening van zijn kantoor tot een bedrag van € 250.000;
- iv) te bepalen dat SmartVital hoofdelijk aansprakelijk is voor de door de Ondernemingskamer op te leggen verplichtingen van Monitor;
- v) te bepalen dat Brampton c.s. hoofdelijk zijn verbonden aan de door de Ondernemingskamer op te leggen verplichtingen van Monitor;
- vi) te bepalen dat alle thans door Brampton c.s. gehouden aandelen in Monitor ten titel van beheer worden overgedragen aan Borrius;
- vii) te bepalen dat Brampton c.s. hoofdelijk verplicht zijn om (al dan niet bij wijze van voorschot) aan SmartVital een bedrag te betalen van € 108.000 na voldoening waarvan SmartVital kwijting zal verlenen voor de verplichting tot vergoeding van de onttrekking door Brampton van dit bedrag op 23 juli 2020;
- viii) Brampton c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten en daarbij af te wijken van het liquidatietarief door een veroordeling op te leggen van € 15.000.
- i) het verzoek van Brampton c.s. af te wijzen onder veroordeling van Brampton c.s. in de kosten van de procedure en deze in afwijking van het liquidatietarief te begroten op € 15.000, te vermeerderen met rente;
- ii) de aanstelling van Borrius tot beheerder van aandelen te verlengen tot 2 december 2022;
- iii) bij wijze van voorziening als bedoeld in art. 2:356 BW de laatste aandelen van Brampton c.s., althans de aandelen van alle aandeelhouders in Monitor, tot 2 december 2022 over te dragen aan Borrius ten titel van beheer, althans Brampton c.s. de aan hun aandelen verbonden vergaderrechten te ontzeggen;
- iv) elke andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer passend acht;
- v) Monitor per 2 december 2022 voorwaardelijk – voor zover en onder de voorwaarde dat vóór die datum geen andere definitieve oplossing voor het conflict is bereikt – te ontbinden en Molenaar aan te stellen als vereffenaar en Borrius als beheerder van alle aandelen voor de duur van de vereffening;
- vi) te verklaren dat Borrius als beheerder van alle aandelen bevoegd is om ook vóór 2 december 2022 bevoegd is zelfstandig en zonder tussenkomst van de Ondernemingskamer te besluiten tot ontbinding van Monitor.
2.Feiten
Noch offene und angemahnte Forderung ueber bereits erbrachte Beratungsdienstleistungen in 2015 + 2016’.
3.De gronden van de beslissing
Novero) heeft de Hoge Raad in de rechtsoverwegingen 3.3.2 tot en met 3.3.4 het volgende overwogen:
escrowplaatsen onder een door hem aan te wijzen
escrowagent of boeken op een door hem te openen functionarisrekening. In dat laatste geval zal, mede gelet op het bepaalde in art. 6.18 Verordening op de Advocatuur, de volgende regeling in acht dienen te worden genomen:
4.De beslissing
escrowte plaatsen onder een door hem aan te wijzen
escrow agent, hetzij op een daartoe te openen functionarisrekening overeenkomstig de regeling bedoeld onder 3.11, een en ander niet langer dan vijf jaar en drie maanden na het defungeren van zowel mr. J.G. Molenaar als mr. Y. Borrius, waarbij geldt dat de vrijwaringsverplichting duurt tot drie maanden na het einde van die procedure indien op dat moment een procedure die valt onder het bereik van de vrijwaringsverplichting aanhangig is of in het vooruitzicht is gesteld;