Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
taxatieverslagen@previcus.nl. (…)
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
5.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
vande Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Uitvoeringsregeling) opgenomen ‘Model taxatieverslag woningen’ opgestelde taxatieverslag aan de belanghebbende – dan wel, met toepassing van artikel 6:17 Awb, in de bezwaarfase aan diens gemachtigde – te worden toegezonden indien daarom wordt verzocht. Aangezien dit taxatieverslag in de bezwaarfase aan de gemachtigde van belanghebbende, conform diens verzoek, is toegezonden , stelt de heffingsambtenaar daarmee te hebben voldaan aan zijn verplichtingen ingevolge artikel 40, tweede lid, Wet WOZ. Op grond van deze bepaling hoefde hij geen gevolg te geven aan het verzoek van de gemachtigde om in de bezwaarfase in de vorm van een taxatiekaart nog aanvullende gegevens toe te zenden, zoals een grondstaffel of een overzicht van de KOUDV- en liggingsfactoren.
Kamerstukken II1988/89, 21 221, nr. 3, blz. 149). In de memorie van antwoord (
Kamerstukken II 1990/91, 21 221, nr. 5, p. 98 (r.k.)) is voorts toegelicht dat het inzagerecht is gekoppeld aan de hoorzitting; indien de belanghebbende afziet van het recht te worden gehoord, bestaat in die zaak ook geen verplichting tot terinzagelegging (vgl. HR 7 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3833, r.o. 3.1). Ook uit de wetsgeschiedenis blijkt derhalve dat de belanghebbende tijdens het nemen van inzage op verzoek afschriften kan verkrijgen van ter inzage gelegde stukken, maar niet dat de belanghebbende recht heeft op toezending van de op de zaak betrekking hebbende stukken, los van de uitoefening van het inzagerecht.
Kamerstukken II1988/89, 21 221, nr. 3, blz. 136). Indien en voor zover uit hoofde van een andere wettelijke bepaling een toezendingsverplichting geldt, moeten de desbetreffende stukken op de voet van artikel 6:17 Awb in ieder geval ook aan de gemachtigde worden gezonden; artikel 6:17 geldt evenwel niet indien een wettelijke bepaling geen toezending voorschrijft, maar bijvoorbeeld terinzagelegging, zoals dit het geval is bij artikel 7:4 Awb. Artikel 6:17 Awb heeft derhalve slechts betrekking op de vraag
aan wiede stukken moeten worden toegezonden, niet op de vraag voor
welke stukkeneen toezendverplichting geldt. Het Hof wijst in dit verband ook op het arrest van de Hoge Raad van 20 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7148.
6.Kosten
- € 538 voor de bezwaarfase (2 [voor proceshandelingen: bezwaarschrift + verschijnen hoorzitting] x € 269 [waarde per punt] x 1 [wegingsfactor]);
- € 1.082 voor de beroepsprocedure (2 [voor proceshandelingen: beroepschrift + verschijnen zitting] x € 541 [waarde per punt] x 1 [wegingsfactor]); en
- € 1.082 voor de procedure in hoger beroep (2 [voor proceshandelingen: hoger beroepschrift + verschijnen zitting] x € 541 [waarde per punt] x 1 [wegingsfactor]).
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de bij de WOZ-beschikking vastgestelde waarde van de woning voor het kalenderjaar 2019 tot € 280.000, met dienovereenkomstige vermindering van de aanslag OZB;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van belanghebbende tot een bedrag van (in totaal) € 2.709, en
- gelast de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht ad € 47 (beroep bij de rechtbank) en € 131 (hoger beroep bij het Hof), in totaal € 178 te vergoeden.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.