ECLI:NL:GHAMS:2021:1582
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging wegens vals paspoort in het kader van asielprocedure
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Turkije, was aangeklaagd voor het in bezit hebben van een vals paspoort van Israël. De verdediging stelde dat de verdachte een asielaanvraag had ingediend in Nederland en dat de vervolging door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard op basis van artikel 31 van het Vluchtelingenverdrag. Het hof heeft vastgesteld dat de asielprocedure nog liep en dat het openbaar ministerie niet in staat was om zonder nader onderzoek te concluderen dat de stelling van de verdachte dat hij vluchteling is, ongegrond was. Het hof oordeelde dat zolang er geen onherroepelijke beslissing op de asielaanvraag was genomen, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de strafvervolging.