Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
Bij de schending van het gelijkheidsbeginsel denkt belanghebbende aan werknemers met hetzelfde salaris - maar anders dan belanghebbende dat inkomen maandelijks genieten - maandelijks in de heffing worden betrokken en daarbij minder belasting verschuldigd zijn.
- De door belanghebbende genoemde brieven (zie 5.1, onder 1) hebben geen betrekking op de onderhavige zaak en de beschikking waarnaar belanghebbende verwijst is door de inspecteur bij zijn verweerschrift van 29 juni 2017 ingebracht. Hij heeft in deze zaak niet gecorrespondeerd met [naam werkgever] .
- De verweerschriften zijn tijdig ingediend, dat wil zeggen binnen vier weken na de dag van verzending van het beroepschrift aan de inspecteur.
- De inspecteur acht geen schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur aanwezig. In ieder geval is de Aanslag tijdig vastgesteld en is er geen schending van het gelijkheidsbeginsel omdat de gevallen waaraan belanghebbende refereert, niet gelijk zijn.
Zoals overwogen onder 5.3.6 en 5.3.7 is de Aanslag in overeenstemming met de Wet IB 2001 opgelegd. In aanmerking genomen dat de situatie waaraan belanghebbende refereert (een werknemer die zijn salaris maandelijks ontvangt) niet gelijk is aan die van belanghebbende - zoals ook de inspecteur onder 5.2, 4e alinea, stelt - is het Hof van oordeel dat belanghebbende onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld en aannemelijk gemaakt die de conclusie rechtvaardigen dat artikel 14 EVRM of Protocol 12 van het EVRM, het gelijkheidsbeginsel of het evenredigheidsbeginsel is geschonden.
In de uitspraak op het tegen deze beschikking gerichte bezwaar is de beschikking vernietigd. Het bezwaar tegen de aanslag is gelet op het voorgaande alsnog inhoudelijk beoordeeld. Dit een en ander brengt mee dat eiser geen belang heeft bij een beroep tegen de uitspraak op het bezwaar tegen de ambtshalve beschikking. De rechtbank zal het beroep met zaaknummer 17/2687 dan ook niet-ontvankelijk verklaren.”
- met kenmerk 17/00586 ongegrond, en
- met kenmerk 19/00089 gegrond is, en het beroep alsnog ongegrond moet worden verklaard.
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank,
- verklaart het beroep ongegrond.