Uitspraak
mr. J. der Waard, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. M.B. de Witte-Van den Haak, kantoorhoudende te Den Haag.
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
IND, COA en DT&V openen binnen enkele jaren een gezamenlijke kantoorruimte in Gilze (Noord-Brabant). Hier bevindt zich al een asielzoekerscentrum van het COA. Door renovatie/herinrichting van bestaande gebouwen, ontstaat een gezamenlijke kantoorruimte waar medewerkers van de drie organisaties samen werken aan de toelating, opvang en terugkeer van vreemdelingen. De nieuwe gezamenlijke locatie is naar verwachting in 2018 operationeel. We zetten ons tevens maximaal in om ook een gezamenlijke locatie te realiseren in het oosten van de provincie Gelderland.
Zevenaar
is afgesproken dat de medezeggenschap de onderliggende stukken zal ontvangen. De stukken moeten eerst nog gescreend worden op locatiegevoelige informatie en kunnen daarna verstuurd worden. Er ligt dus wel een principebesluit over Gilze, maar omdat er nog niets te zeggen is over de (personele) consequenties, ligt er nog geen adviesaanvraag. De criteria waarop beoordeeld is, maakt deel uit van de informatie die nu eerst nog gecheckt moet worden. Vast staat dat als Gilze opent als gemeenschappelijke vreemdelingenlocatie, de asiellocatie Den Bosch sluit. Annemieke van Dam[op dat moment directeur bedrijfsvoering IND, toevoeging Ondernemingskamer]
zegt toe dat de betrokkenheid van de medezeggenschap (en op welke manier de medezeggenschap betrokken wordt), wordt geagendeerd voor de volgende stuurgroepvergadering.
IND, COA en DT&V (Kleine Keten) werken aan de realisatie van een gezamenlijke vreemdelingenlocatie in Zuid-Nederland. (….) Op de nieuwe GVL in Gilze zullen daarom, net als in Ter Apel, medewerkers van de drie ketenorganisaties samenwerken aan de toelating, opvang en terugkeer van vreemdelingen.
De meeste contracten lopen heel lang en in 2018 zullen er dan ook naar verwachting geen locaties dichtgaan. We beginnen nu wel met een huisvestingsmissie — met minder mensen hebben we ook minder werkplekken en misschien minder locaties nodig. Tegelijkertijd hebben we ambities voor meerdere gemeenschappelijke vreemdelingenlocaties (GVL). In 2018 zal duidelijk zijn wat dit betekent voor de huidige locaties.”
“strak sturen”op het in gang zetten van een verkenning van een vierde GVL. Voor het project flexibele opvang en het GVL-project dat daarvan een deelproject is wordt een programmadirecteur c.q. een programmamanager aangetrokken. In het overleg is gesproken over de locaties Budel en Gilze als mogelijke locaties voor een (tweede en derde) GVL en is onder meer afgesproken dat COA Budel zal inlichten dat COA samen met de ketenpartners een GVL in Budel wil gaan ontwikkelen. In het V-staf overleg op diezelfde dag, waarbij de staatssecretaris aanwezig was, heeft de kleine keten een korte terugkoppeling gegeven van het gesprek bij de secretaris-generaal over de verdere ontwikkeling van een tweede GVL, dat de gemeente Budel zal worden geïnformeerd over het genomen besluit en dat de kleine keten tevens verder zal werken aan de ontwikkeling van de locatie Gilze en het bepalen van een mogelijke vierde en vijfde locatie.
Eind augustus informeerde ik jullie al over de afname van de asielinstroom. Dit betekent minder werk en minder geld. Daarnaast vinden we het belangrijk om als IND te investeren in Gemeenschappelijke Vreemdelingen Locaties (GVL’s). Dit is (…) ook een politieke opdracht uit het Regeerakkoord. Verder moeten we rijksbreed voldoen aan de 0,7 norm per fte. Op sommige locaties zitten we boven deze norm en willen we minder werkplekken huren.”
om de toekomstige IND ontwikkelingen te ondersteunen, op basis van de organisatievisie en huisvestingsstrategie”. Het plan ziet op een periode van vijf jaar en zal jaarlijks worden herijkt. Er wordt advies gevraagd over i) het strategisch huisvestingplan en in het bijzonder op de daarin verwoorde visie waar IND in de toekomst zijn werkzaamheden gaat uitvoeren, inclusief de wijzigingen ten opzichte van de huidige huisvestingssituatie en ii) een verhuizing binnen Amsterdam in het tweede kwartaal van 2018. Verder wordt gemeld dat de bestuurder de werkwijze om de stappen per jaar aan de medezeggenschap voor te leggen wil afstemmen met de ondernemingsraad. In de adviesaanvraag is de vorming van GVL’s beschreven als interdepartementale ontwikkeling die van invloed is op de huisvesting van IND. In het plan staat dat het GVL programma voorziet in de ontwikkeling van een tweede en derde GVL-locatie (en mogelijk een vierde locatie) die naast Ter Apel voldoende capaciteit moeten bieden voor de instroom van asielzoekers. Onder het kopje ‘Visie huisvesting’ staat dat er in 2022 drie GVL-locaties zijn waar alle asielprocessen plaatsvinden: Ter Apel, Budel en Gilze en mogelijk een vierde GVL- locatie en dat randvoorwaarde voor het sluiten van de asiellocaties Zevenaar en Den Bosch is dat de GVL-locaties gerealiseerd moeten zijn. Onder het kopje ‘Algemene punten’ staat onder meer dat de ondernemingsraad tijdig zal worden betrokken en geïnformeerd over de ontwikkelingen en daar waar noodzakelijk betrokken zal worden in de besluitvorming. In de adviesaanvraag staat verder dat de opzegging van de huurovereenkomst met betrekking tot de 28e etage van de locatie aan de Turfmarkt te Den Haag en met betrekking tot 50 werkplekken gevestigd in Zwolle als gevolg van krimp in gang gezet is en dat geen adviestraject hoeft te worden gevolgd omdat aan de opzegging geen personele gevolgen verbonden zijn.
3.De gronden van de beslissing
“op een beperkt aantal plaatsen in het land”en
“onder één dak”. Het enkele feit dat het principebesluit tot GVL-vorming is opgenomen in het regeerakkoord is niet voldoende om het op grond van het politiek primaat te onttrekken aan de medezeggenschap. De ondernemingsraad heeft zich op het standpunt gesteld dat de regie bij COA ligt en dat in de intensieve samenwerking tussen de ketenpartners IND wel degelijk invloed heeft gehad op zowel de oprichting van een GVL als de locatiekeuze van een GVL en in elk geval de keuze heeft al dan niet te participeren. Volgens de ondernemingsraad is sprake van een eigenstandige beslissingsbevoegdheid van het managementteam van de Kleine Keten. Subsidiair heeft de ondernemingsraad bezwaren tegen de interpretatie van het primaat van de politiek door IND, met name dat hieronder ook de locatiekeuze zou vallen. Volgens de ondernemingsraad heeft de locatie in het algemeen – en de keuze voor Gilze en Budel in de onderhavige kwestie in het bijzonder – inherente personele gevolgen nu met de keuze voor een locatie de personele gevolgen worden bepaald. Voor zover geoordeeld mocht worden dat er wel sprake zou zijn van politiek primaat, stelt de ondernemingsraad dat hem in ieder geval een adviesrecht toekomt ten aanzien van de gevolgen van het besluit voor de werkzaamheden van de in de onderneming werkzame personen.
niette participeren in die samenwerking. Ook ten aanzien van het aantal centra is de politieke keuze in het regeerakkoord voor IND bepalend: de bewoordingen
“een beperkt aantal”bieden nagenoeg geen ruimte voor discussie. De oriëntatie op drie, eventueel vier GVL’s is een – voor de hand liggende – vertaling van de voornoemde politieke beleidskeuze en valt daarmee ook onder de reikwijdte van het politieke primaat.
- het vinden van een voor een GVL geschikte locatie een ingewikkeld proces is dat van vele factoren afhankelijk is, onder andere van uitkomsten van haalbaarheidsonderzoeken, (gemeentelijk) politiek draagvlak en financiële doelstellingen;
- een GVL alleen daar gevestigd kan worden waar vreemdelingen verblijven en dus waar COA een vestiging heeft of kan realiseren;
- COA voor de locatiekeuze afhankelijk is van de bereidheid van de gemeente waar men vreemdelingen wil en feitelijk kan huisvesten, om een bestuursakkoord met COA aan te gaan, en voorts dat
- de enige locaties – naast Ter Apel – die na een lange zoektocht, waarbij onder andere Zeist/Soest en Zevenaar om verschillende redenen zijn afgevallen, in aanmerking kwamen om als GVL te fungeren Gilze en Budel zijn.