ECLI:NL:GHAMS:2018:1169
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake naheffingsaanslag omzetbelasting en verzuimboetes
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De belanghebbende, vertegenwoordigd door gemachtigde J.A. Klaver, had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting en verzuimboetes die door de inspecteur van de Belastingdienst waren opgelegd. De inspecteur had op 30 mei 2015 een naheffingsaanslag van € 2.400 opgelegd, samen met verzuimboetes voor het niet doen van aangifte en het niet betalen van belasting. Na een bezwaarprocedure had de inspecteur de naheffingsaanslag ambtshalve verminderd tot € 1.607, maar de rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk.
Het Hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. Het Hof stelde vast dat er wel degelijk procesbelang was, aangezien de belanghebbende om een proceskostenvergoeding had gevraagd en de naheffingsaanslag niet tot nihil was verminderd. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep gegrond. De inspecteur werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, die op € 1.127,25 werden vastgesteld. Tevens werd het betaalde griffierecht van in totaal € 418 aan de belanghebbende vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad.