2.1.De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
“ 1. Eiser genoot in het onderhavige jaar een bijstandsuitkering van € 15.248.
2. Op 29 augustus 2012 is door de politie op het woonadres van eiser een hennepkwekerij aangetroffen, bestaande uit twee kweektenten op de zolder (33 planten per kweektent) en 9 planten in de gangkast op de begane grond.
3. Blijkens het proces-verbaal van het verhoor van 7 september 2012 heeft eiser, voor zover hier van belang, het volgende verklaard:
“Van de planten in de hal heb ik in 2011 2 oogsten gehad. In dit jaar was de kweek in de hal 2 of 3 maal geoogst”
4. Bij vonnis van 4 april 2014 is eiser door de rechtbank Noord-Holland veroordeeld wegens onder meer de teelt van hennepplanten. Hiertegen is geen hoger beroep ingesteld, zodat de veroordeling onherroepelijk vast is komen te staan. In het vonnis staat, voor zover hier van belang, het navolgende:
“De rechtbank overweegt dat de getuige [naam] , ter terechtzitting gehoord, heeft verklaard dat hij in maart/april 2012 schilderswerkzaamheden heeft verricht op de zolder van verdachte en dat er toen geen hennepkwekerij aanwezig was. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaring van deze getuige. De rechtbank zal derhalve aansluiten bij de verklaring van verdachte, voor zover hij verklaart dat hij in mei of juni 2012 met de hennepkwekerij is begonnen. De rechtbank gaat ervan uit dat het telwerk van de elektriciteitsmeter in de periode van 1 mei 2012 tot en met 29 augustus 2012 is teruggedraaid.”
5. Eveneens bij vonnis van 4 april 2014 heeft de rechtbank Noord-Holland het door eiser wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op een bedrag van € 8.419,58 en aan eiser de verplichting opgelegd tot betaling van genoemd bedrag aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het vonnis houdt onder meer in:
“Veroordeelde heeft zich in de periode van 1 mei 2012 tot en met 29 augustus 2012 schuldig gemaakt aan het houden van een hennepkwekerij met 75 hennepplanten. Gelet op de in de woning aangetroffen hennepresten, de sterk vervuilde koolstoffilters en de in de woning aangetroffen schaartjes met hennepresten acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte minimaal één oogst heeft gehad van de 66 planten die op zolder zijn aangetroffen. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij vier of vijf oogsten heeft gehad van de planten die in de gangkast stonden. De rechtbank gaat derhalve uit van vier geslaagde oogsten van de negen planten die in de gangkast zijn aangetroffen.
Berekening wederrechtelijk voordeel van de 66 planten op zolder:
De opbrengst per plant op zolder is 30 gram. In totaal 66 x 30 = 1.980 gram per oogst. De opbrengst van de planten op zolder is:
Prijs hennep = € 3,28 per gram x 1.980 gram = € 6.494,40.
Kosten per oogst:
Variabele kosten € 6,18 x 66= € 407,88.
Elektra: 7 lampen x € 140,- = € 980,-.
Totale opbrengst van 1 oogst van de 66 planten: € 6.494,40 - € 1.387,88 = € 5.106,52.
Berekening wederrechtelijk voordeel van de 9 planten in de gangkast:
De opbrengst per plant in de gangkast is 30,9 gram. In totaal 9 x 30.9 = 278,1 gram per oogst.
De opbrengst van de planten in de gangkast is:
Prijs hennep = € 3,28 per gram x 278,1 gram = € 912,17 per oogst.
Totale opbrengst: € 912,17 x 4 oogsten = € 3.648,68
Kosten per oogst:
Variabele kosten = € 6.18 x 9 planten = € 55,62
Elektra: 2 lampen € 140,- = € 280,-
Totale opbrengst van 4 oogsten van de 9 planten: € 3,648,68 - 6 335,62 = € 3.313,06.
Het totale wederrechtelijk verkregen voordeel is derhalve.: € 5.106,52 + € 3.313,06 = € 8,419,58. De rechtbank zal gelet op het vorenstaande het door veroordeelde te betalen bedrag vaststellen op € 8.419,58.”
6. Verweerder heeft het belastbaar inkomen uit werk en woning gecorrigeerd met € 10.143,08. Dit bedrag bestaat uit de opbrengt van één oogst van 66 hennepplanten op zolder (€ 6.494,40) en de opbrengst van vier oogsten van 9 hennepplanten in de gang (€ 3.648,68).”