Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
in de zaak met nummer 14/423
Hof: de onder 1.2.3 vermelde uitspraak op bezwaar d.d. 24 december 2013, kenmerk 16/00027] ongegrond.
Hof: de onder 1.2.2 vermelde uitspraak op bezwaar, kenmerk 16/00028] ongegrond
Hof: de onder 1.2.1 vermelde uitspraak op bezwaar, kenmerk 16/00029] gegrond;
de heffingsambtenaar] het door eiser [
belanghebbende] betaalde griffierecht van € 44,- vergoedt.”
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
- de objectafbakening ten aanzien van het pand aan de [X-straat] op de waardepeildata 1 januari 2010 en 1 januari 2011;
- de WOZ-waarde van de woningen [X-H] en [X-2] voor het jaar 2011 alsmede die van de woningen [X-H], [X-1], [X-2] en [X-3] voor het jaar 2012 op achtereenvolgens de waardepeildata 1 januari 2010 en 1 januari 2011;
- de vraag of de heffingsambtenaar in de bezwaarfase onzorgvuldig heeft gehandeld, voor zover het betreft diens weigering om belanghebbende geluidsopnames van de hoorzitting te laten maken alsmede de kwaliteit van het hoorverslag;
- de hoogte van de door de rechtbank toegekende vergoeding van immateriële schade;
- het bedrag aan griffierecht dat de rechtbank de heffingsambtenaar heeft gelast te vergoeden aan belanghebbende.
4.Beoordeling van het geschil
5.Kosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, doch uitsluitend voor zover het betreft de beslissing omtrent de aan belanghebbende te vergoeden griffierechten en de beslissing om de heffingsambtenaar niet te veroordelen tot vergoeding van immateriële schade;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van de aan de bezwaarfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op € 1.524;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van de helft van de bij de rechtbank en het Hof ter zake van de behandeling van de onderhavige zaken betaalde griffierechten, zijnde [(3x € 44 (behandeling in eerste aanleg) =) € 132 + € 123 (behandeling in hoger beroep = ] € 255 : 2 = € 127,50;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van de helft van de bij de rechtbank en het Hof ter zake van de behandeling van de onderhavige zaken betaalde griffierechten, zijnde € 127,50.