Blijkens een door [Y] opgemaakt verslag van een gesprek met [X] d.d. 18 december 2009 heeft [X] onder meer verklaard:
‘(…) Ter plaatse is de N242 4-baans, gescheiden door een ongeveer 5 meter brede groenstrook. We hadden enige honderden meters daarvoor gestopt voor het rode verkeerslicht. Bij groen trokken we met zijn allen op en accelereerden allen tot ongeveer 80 km/u. Het was druk, we reden als het ware in kolonne. Voor en naast mij reden auto’s. We reden allemaal gelijkmatig, met voldoende tussenafstand.
Voor mij reed een donkere VW Transporter. Op een gegeven moment zie ik schuin voor mij een auto op de rechter rijstrook, uitwijken naar de linker rijstrook, hierbij voor de VW Transporter uitkomend. Deze auto reed met onverminderde snelheid, ik zag geen remlichten oplichten.
Het volgende moment zie ik in een flits voor mij een aantal eendjes midden op de weg lopen. Ze liepen op dat moment precies op de scheiding van de beide rijstroken. Ik realiseerde mij toen dat die uitwijkende auto, vermoedelijk is uitgeweken voor die eendjes. Het was die bestuurder dan ook gelukt die eendjes te ontwijken, want hij was ze al voorbij.
Het volgende moment, praktisch gelijktijdig, zie ik die VW Transporter voor mij een noodstop maken. Ik ging ook meteen vol in de rem, maar zag dat ik een aanrijking met die VW Transporter niet meer kon voorkomen. Ik keek nog of ik naar links of rechts zou uitwijken, maar het volgende moment zag, hoorde en voelde ik een harde klap. Ik was achterop die VW Transporter gebotst. (…)
Die bestuurder [van de VW Transporter – hof], naar mij later bekend is geworden, de heer [geïntimeerde] , vertelde mij vervolgens dat hij had gezien dat een schuin voor hem rijdende auto was uitgeweken voor overstekende eenden en dat hij vervolgens de keus had gemaakt te proberen een aanrijding met deze eendjes te voorkomen door een noodstop te maken. (…)’