ECLI:NL:CRVB:2025:563
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Deskundigenoordeel als niet-bindend advies in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de vraag of een deskundigenoordeel van het Uwv, waarin is geconcludeerd dat de werkgever van appellant voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Appellant is van mening dat dit wel het geval is en verzoekt om een inhoudelijke beoordeling van het deskundigenoordeel. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat het deskundigenoordeel geen besluit is en dat het Uwv het bezwaar van appellant tegen dit oordeel terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat een deskundigenoordeel een niet-bindend advies is en dat er geen bezwaar tegen kan worden gemaakt. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant kan het Uwv civielrechtelijk aansprakelijk stellen, maar in deze bestuursrechtelijke procedure kan de zorgvuldigheid van het deskundigenoordeel niet worden beoordeeld. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.