ECLI:NL:CRVB:2025:1648
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering van WW-uitkering en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant een WW-uitkering toe te kennen per 15 september 2021. Appellant had zich op 1 mei 2021 ziekgemeld en was sindsdien niet beschikbaar voor arbeid. Het Uwv heeft de WW-uitkering geweigerd omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarde van beschikbaarheid voor werk. Daarnaast is er een verzoek om schadevergoeding ingediend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank dit ten onrechte heeft gedaan. De Raad concludeert dat de redelijke termijn is overschreden en kent een schadevergoeding toe aan appellant. De uitspraak van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd, maar de weigering van de WW-uitkering blijft in stand.