ECLI:NL:CRVB:2025:1583
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie en weigering bekorten periode loonsanctie door het Uwv
In deze zaak gaat het om de loonsanctie die het Uwv heeft opgelegd aan ABN AMRO Bank N.V. wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werkgever van een ex-werkneemster. De loonsanctie van 52 weken werd opgelegd omdat de werkgever niet voldoende had gedaan om de re-integratie van de ex-werkneemster te bevorderen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de werkgever te weinig inspanningen heeft verricht in het tweede spoor van re-integratie en dat het vertrouwen op het advies van de bedrijfsarts voor risico van de werkgever kwam. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, die het hoger beroep van de werkgever ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat de werkgever vanaf 9 februari 2021 onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en dat er geen deugdelijke grond was voor deze tekortkomingen. De werkgever had ook geen recht op bekorting van de loonsanctie, omdat de tekortkomingen niet waren hersteld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de werkgever voor de re-integratie van werknemers en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke verplichtingen.