Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 6 mei 2018 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een voorschot op een WW-uitkering aan betrokkene, die als eigenrisicodrager was aangesteld door het college van burgemeester en wethouders van Heiloo. Het geschil concentreert zich op de vraag of betrokkene de verplichting heeft geschonden om aangeboden passende arbeid te aanvaarden, zoals vastgelegd in artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, ten tweede, van de Werkloosheidswet (WW). De Raad oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat betrokkene deze verplichting heeft geschonden.
Betrokkene was sinds 1 augustus 2010 werkzaam voor Stichting [naam bedrijf] en werd per 1 januari 2018 ontslagen door de gemeente Heiloo, die de exploitatie van het [naam bedrijf] had overgenomen. Na zijn ontslag heeft betrokkene een aanvraag ingediend voor een WW-uitkering, die door het Uwv werd goedgekeurd. Appellant, de gemeente Heiloo, heeft bezwaar gemaakt tegen de toekenning van de WW-uitkering, stellende dat betrokkene niet had voldaan aan zijn verplichtingen. De rechtbank Noord-Holland heeft in een eerdere uitspraak de bezwaren van appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad concludeert dat het werkaanbod van de nieuwe exploitant, Stichting [Stichting 2], aan betrokkene onvoldoende concreet was. De Raad wijst erop dat er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over de aard van de werkzaamheden en dat betrokkene niet in staat was om de aangeboden functie te aanvaarden zonder dat dit leidde tot een onduidelijke en onaanvaardbare uitbreiding van zijn verantwoordelijkheden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant ongegrond.