ECLI:NL:CRVB:2024:28
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor brillen en contactlenzen op basis van de Zorgverzekeringswet en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Hengelo voor de kosten van een bril en contactlenzen. De aanvraag werd afgewezen op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw), die als voorliggende voorziening wordt beschouwd. Appellant, die een sterke afwijking van het zicht heeft, stelde dat de Zvw niet toereikend was en dat er zeer dringende redenen waren om bijstand te verlenen. De rechtbank Overijssel had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna appellant hoger beroep instelde. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Zvw inderdaad een toereikende voorziening is en dat er geen zeer dringende redenen waren die bijstand noodzakelijk maakten. De Raad oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat de Zvw niet voldeed aan zijn behoeften en dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel werd verworpen, omdat appellant niet kon aantonen dat het college toezeggingen had gedaan die hem deden geloven dat zijn aanvraag anders zou worden beoordeeld. De Raad bevestigde de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand en oordeelde dat appellant geen recht had op vergoeding van proceskosten of griffierecht.