ECLI:NL:CRVB:2024:1890
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstand en de normwijziging van alleenstaande naar gehuwden in het kader van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om de herziening van bijstand van appellant, die sinds 2013 bijstand ontving volgens de norm voor alleenstaanden. Het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch heeft de bijstand gewijzigd naar de norm voor gehuwden, omdat appellant niet duurzaam gescheiden zou leven van zijn echtgenote, die in Marokko verblijft. Appellant betwist deze wijziging en stelt dat hij duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenote, met wie hij sinds hun huwelijk in 1985 feitelijk gescheiden leeft. Hij heeft een procedure tot scheiding van tafel en bed gestart, maar deze ingetrokken en opnieuw ingediend in 2023. Appellant heeft regelmatig contact met zijn echtgenote en bezoekt haar in Marokko, wat volgens de Raad betekent dat zij niet als duurzaam gescheiden kunnen worden beschouwd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarin werd geoordeeld dat appellant en zijn echtgenote niet duurzaam gescheiden leven. De Raad stelt dat het enkele feit dat de echtgenote in Marokko verblijft niet voldoende is om te concluderen dat er geen echtelijke samenleving meer is. De Raad benadrukt dat de intentie om duurzaam gescheiden te leven en de feitelijke omstandigheden van belang zijn. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, wat betekent dat appellant geen recht heeft op bijstand volgens de norm voor alleenstaanden en dat de gewijzigde bijstandsnorm van kracht blijft.