ECLI:NL:CRVB:2024:1031
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 14 april 2021, in een geschil met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Tijdens de zitting op 12 maart 2024 heeft verzoeker verzocht om wraking van de voorzitter van de meervoudige kamer, E. Dijt, omdat hij meende dat de vragen die de rechter stelde over het bezit van een auto duidden op vooringenomenheid. Na schorsing van de zitting heeft de behandelend rechter aangegeven niet in de wraking te berusten. Het wrakingsverzoek is op 16 mei 2024 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.B.M.A. Engelen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat wrakingsverzoeken moeten voldoen aan strikte eisen en dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn. De Raad heeft geen aanwijzingen gevonden voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid van de behandelend rechter. De kritische vragen die aan verzoeker zijn gesteld, zijn volgens de Raad onderdeel van de taakuitoefening van de rechter en kunnen niet worden gezien als een aanwijzing voor partijdigheid.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om wraking afgewezen en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 30 mei 2024.