In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van de AIO-aanvulling van appellanten, de erven van een overleden appellant en een appellante, door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De Svb had de AIO-aanvulling ingetrokken op basis van een vermeende schending van de inlichtingenverplichting, omdat appellanten geen informatie hadden verstrekt over een erfenis en onroerende zaken in het buitenland. De Raad oordeelde dat de Svb niet aannemelijk had gemaakt dat appellanten de inlichtingenverplichting hadden geschonden. De Raad stelde vast dat de Svb al op de hoogte was van de erfenis en dat appellanten in eerdere aanvragen hadden verklaard geen onroerende zaken in het buitenland te bezitten. De Raad vernietigde de besluiten van de Svb en herstelde de AIO-aanvulling, waarbij ook schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente werd toegewezen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de bijstandverlenende instantie in het verzamelen van relevante feiten en het waarborgen van de rechten van de betrokkenen.