ECLI:NL:RBZWB:2020:174
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opschorting van AIO-uitkering wegens niet ingeleverde gegevens over vermogen in het buitenland
In deze zaak gaat het om de opschorting van de AIO-uitkering van eisers door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vanwege het niet inleveren van gegevens over mogelijk vermogen in het buitenland. De SVB heeft in oktober 2016 voor het eerst informatie opgevraagd over het vermogen van eisers, die in 2016 aangaven dat zij een pand geërfd hadden in Turkije. Ondanks herhaalde verzoeken van de SVB om de benodigde gegevens te verstrekken, hebben eisers deze informatie niet tijdig ingeleverd. In december 2018 heeft de SVB de AIO-uitkering van eisers opgeschort, omdat zij de gevraagde informatie niet hadden ingeleverd. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de SVB terecht tot opschorting is overgegaan. De rechtbank stelt vast dat eisers voldoende tijd hebben gehad om de gevraagde gegevens te verstrekken en dat het door hen gestelde tijdsverloop niet onredelijk bezwarend is. Bovendien is het beroep op het vertrouwensbeginsel niet geslaagd, omdat uit de toekenningsbesluiten niet kan worden afgeleid dat het vermogen in het buitenland niet meer relevant was voor het recht op AIO-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de SVB.