ECLI:NL:CRVB:2023:508
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsvermogen in het kader van de Wajong
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de Wajong-uitkering van appellante, die sinds 2014 inkomensondersteuning ontvangt vanwege psychische beperkingen. De Raad oordeelt dat op 1 januari 2018 niet uitgesloten was dat de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie bij appellante zich konden ontwikkelen, en dat er geen sprake was van een duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij het Uwv had vastgesteld dat appellante arbeidsvermogen had en haar Wajong-uitkering was verlaagd van 75% naar 70% van de grondslag. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte toepassing had gegeven aan artikel 6:22 van de Awb, maar de Raad oordeelt dat de rechtbank terecht het bestreden besluit in stand heeft gelaten. De Raad concludeert dat de medische informatie en de beoordeling van de verzekeringsartsen voldoende onderbouwing bieden voor de conclusie dat appellante op de relevante datum niet voldeed aan de voorwaarden voor de uitkeringsregeling. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af.