ECLI:NL:CRVB:2023:2507
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van AIO-aanvulling wegens schending inlichtingenverplichting met betrekking tot onroerend goed in Turkije
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van appellante, omdat zij haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door onroerend goed in Turkije niet tijdig te melden. Appellante ontving sinds 1 juli 2007 AIO-aanvulling op haar onvolledige AOW-pensioen. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft op basis van informatie uit Turkije, waaruit bleek dat de echtgenoot van appellante een pensioen had aangevraagd en een adres in Turkije had opgegeven, besloten de AIO-aanvulling in te trekken en de teveel betaalde bedragen terug te vorderen. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de Svb bleef bij zijn standpunt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellante hoger beroep instelde. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, omdat appellante niet tijdig heeft gemeld dat zij onroerend goed in Turkije bezit, wat leidt tot de conclusie dat haar recht op AIO-aanvulling niet kan worden vastgesteld. De Raad oordeelt dat de Svb terecht de AIO-aanvulling heeft ingetrokken en de terugvordering heeft doorgezet, en dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.