In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 15 november 2023, wordt het hoger beroep behandeld van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2022. De zaak betreft de intrekking van verleningsbeschikkingen voor een persoonsgebonden budget (pgb) en de terugvordering van een bedrag van € 80.976,72. De budgethouder, samen met betrokkene 1 en betrokkene 2, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het zorgkantoor. De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de bezwaren van betrokkene 1 en betrokkene 2 ontvankelijk waren, maar het zorgkantoor heeft in hoger beroep aangevoerd dat dit niet het geval was. De Raad oordeelt dat de bezwaren van betrokkenen niet-ontvankelijk hadden moeten worden verklaard. De aangevallen uitspraak wordt vernietigd, en de Raad verklaart de beroepen van betrokkenen tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk. De Raad oordeelt dat de budgethouder zich niet heeft gehouden aan de verplichtingen die aan het pgb verbonden zijn, en dat de zorg niet is geleverd zoals afgesproken. De Raad veroordeelt het zorgkantoor in de proceskosten van betrokkenen in hoger beroep.