Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
WGA-loonaanvullingsuitkering.
Blank-Contant. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft aanleiding gezien om een van de geduide functies te laten vervallen en de schatting te baseren op drie functies waarmee de mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op 36,48%. Met het bestreden besluit van 17 augustus 2021 heeft het Uwv het bezwaar van appellant ongegrond verklaard en de
WIA-uitkering van appellant per 1 november 2017 voortgezet, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 36,48%.
17 augustus 2021 heeft hersteld en dat de FML van 10 maart 2022 en de daarin opgenomen beperkingen aansluiten bij het oordeel van de rechtbank in haar uitspraak van 20 april 2021. De grond dat dezelfde verzekeringsarts bezwaar en beroep en arbeidsdeskundige bezwaar en beroep zijn betrokken bij het herstellen van het gebrek, waardoor niet voldaan is aan het verzoek van de rechtbank om een ander duo in te schakelen, slaagt niet. Uit de tussenuitspraak volgt niet dat het gebrek alleen hersteld kan worden als een andere verzekeringsarts en een andere arbeidsdeskundige de nadere beoordeling zouden verrichten. De rechtbank heeft ook geen aanleiding om te oordelen dat dat had moeten gebeuren. Het is waar dat dezelfde verzekeringsarts en dezelfde arbeidsdeskundige in dit dossier meerdere rapporten hebben geschreven en dat deze door de rechtbank eerder als ontoereikend zijn aangemerkt. Dat betekent echter nog niet dat sprake is van vooringenomenheid en appellant heeft verder ook niet onderbouwd waarom daarvan sprake zou zijn. Ook de grond dat de functies Productiemedewerker textiel en Productiemedewerker industrie vanwege zijn beperkingen niet passend voor appellant zijn, slaagt niet.Op het aspect 4.3.8 Hand- en vingergebruik is een beperking opgenomen ten aanzien van repetitieve
hand-/vingerbewegingen, met de toelichting: ‘indien hoogfrequent t.a.v. rechterhand, links normaal’. Uitgaande van de juistheid van de beperkingen, heeft de rechtbank geoordeeld dat in de arbeidskundige rapporten toereikend is gemotiveerd dat de geduide functies geschikt zijn voor appellant. Ten aanzien van het aspect 4.3.8 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep gemotiveerd dat in de geduide functies weliswaar sprake is van repetitieve
hand-/vingerbewegingen, maar dat deze in een vrij constant tempo (en dus niet hoogfrequent) voorkomen. De rechtbank heeft in de stelling van appellant onvoldoende aanknopingspunten gezien om aan de juistheid van deze beoordeling te twijfelen.
(SBC-code 111180) niet geschikt zijn voor appellant in verband met hoogfrequente, repetitieve hand- en vingerbewegingen. Appellant heeft de Raad verzocht een arbeidsdeskundige als deskundige in te schakelen.
Het oordeel van de Raad
hand-/vingerbewegingen wordt geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze motivering van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
L.A. Kjellevold als leden, in tegenwoordigheid van L.B. Vrugt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 november 2023.