4.4.Ten behoeve van zijn oordeelsvorming heeft de Raad psychiater Van der Wurff als deskundige benoemd. Aan de deskundige is gevraagd of deze zich kan verenigen met de door verzekeringsarts bezwaar en beroep vastgestelde belastbaarheid in de FML van 7 september 2021 op de in dit geding van belang zijnde datum 10 augustus 2009, dan wel in de periode vanaf 10 augustus 2009 tot [geboortedag] 2012, de dag waarop appellante 23 jaar is geworden (periode in geding). De deskundige heeft geconcludeerd dat bij appellante sprake is van diverse stoornissen, te weten een lichte verstandelijke beperking, een ernstige hechtingsstoornis in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis met vooral borderline kenmerken, ADHD en een stoornis in cannabisgebruik, en in mindere mate van alcohol en cocaïne. De lichte verstandelijke beperking, de hechtingsstoornis en de ADHD waren voor het achttiende levensjaar aanwezig. De stoornis in middelengebruik is vooral na haar achttiende levensjaar merkbaar geworden en vloeit voort uit de eerdergenoemde stoornissen die al voor haar achttiende levensjaar aanwezig waren. De stoornissen en de gevolgen ervan zetten zich voort tot en met de huidige periode. De deskundige heeft overwogen dat appellante op 10 augustus 2009 en in de periode in geding zeer ernstige beperkingen heeft, in het cognitief, affectief en conatief functioneren, al terug te voeren tot haar dertiende en veertiende levensjaar, en verder toegenomen na haar achttiende levensjaar, resulterend in een opname in een gesloten kliniek en vervolgens een vorm van begeleid wonen tot heden ten dage. In de FML van 7 september 2021 worden voor het persoonlijk functioneren voor de aandacht, herinneren, doelmatig en zelfstandig handelen, handelingstempo en inzicht in het eigen kunnen geen beperkingen opgenomen. Vanuit psychiatrisch oogpunt is het aannemelijk dat op al deze gebieden door de combinatie van de cognitieve, affectieve en conatieve beperkingen hierin beperkingen in de zin van de FML vastgesteld moeten worden. Appellante kan haar aandacht niet richten, niet vasthouden. Zij wordt door de prikkels afgeleid, raakt ervan gestrest, affectief ontregeld met boosheid en vervolgens conflicten. Zij kan geen plannen maken, activiteiten uitvoeren, laat staan volhouden, door de gevolgen van de combinatie van de stoornissen. Appellante heeft op zich een intact geheugen, maar kan door de gevolgen van de diverse stoornissen taken niet aanleren, vasthouden, en heeft bovendien moeite wat zij leert om te zetten in gedrag dat bij haar past. Ditzelfde geldt voor sociaal functioneren. Appellante is niet in staat eigen emoties en die van anderen te hanteren, en niet in staat samen te werken en conflicten op te lossen. Appellante is zeer wantrouwend, voelt zich snel aangevallen, en reageert op impulsieve, emotionele wijze, waarbij van vermogen om eigen emoties te hanteren en die van anderen binnen een sociale context te hanteren geen sprake is en zij uit situaties en conflicten boos wegloopt opleidingen en stages afbreekt, aldus de deskundige.