ECLI:NL:CRVB:2023:1421
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en de ingangsdatum daarvan in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de ingangsdatum van de bijstand die aan appellant is toegekend. Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle heeft appellant bijstandsverlening verleend met ingang van 9 februari 2020. Appellant heeft echter verzocht om een eerdere ingangsdatum, namelijk 5 augustus 2019, omdat hij zich op die datum bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) had geregistreerd voor een Wajong-uitkering. De Raad heeft vastgesteld dat appellant zich niet voor bijstand heeft gemeld op de gevraagde datum, aangezien voor elke specifieke uitkering een afzonderlijke aanvraag vereist is. De Raad heeft ook overwogen dat onbekendheid met de gedragslijn van het college geen bijzondere omstandigheid vormt die bijstand met terugwerkende kracht rechtvaardigt.
De procedure begon met een besluit van het college op 23 maart 2020, waarin bijstand werd toegekend vanaf 9 februari 2020. Appellant maakte bezwaar tegen deze ingangsdatum, maar het college handhaafde zijn besluit. De rechtbank Overijssel verklaarde het beroep van appellant ongegrond. In hoger beroep heeft de Raad de zaak behandeld, maar appellant en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. Het college werd vertegenwoordigd door A. Guliker. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen, en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd.