Uitspraak
21.1855 WIA
OVERWEGINGEN
.
niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Achmea Schadeverzekeringen N.V. tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de beëindiging van de loongerelateerde WGA-uitkering van betrokkene, die sinds 18 september 2016 een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv had de WGA-uitkering van betrokkene beëindigd en hem een WGA-vervolguitkering toegekend. Achmea, als garantsteller, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv, maar kreeg geen inzage in de medische stukken omdat de gemachtigde geen advocaat of arts was. De rechtbank verklaarde het beroep van Achmea ongegrond, en in hoger beroep werd de vraag of de gemachtigde van Achmea recht had op inzage in de medische stukken aan de orde gesteld. De Raad oordeelde dat de inzage feitelijk al was verleend na toestemming van betrokkene, waardoor er geen actueel procesbelang meer was voor Achmea. Het hoger beroep werd daarom niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang en de voorwaarden waaronder inzage in medische gegevens kan worden verleend.