ECLI:NL:CRVB:2022:988
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand wegens te late indiening en buitenwettelijk begunstigend beleid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had een aanvraag om bijzondere bijstand ingediend op 1 maart 2019, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Oldambt hanteert een beleid waarbij aanvragen om bijzondere bijstand binnen veertien dagen na de verlening van een toevoeging door de Raad voor de Rechtsbijstand moeten worden ingediend. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de aanvraag van appellant niet tijdig was en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regel rechtvaardigden.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college terecht had afgewezen. De Raad stelde vast dat het beleid van het college, dat sinds 2013 wordt gevoerd, niet op schrift is gesteld, maar dat dit niet afdoet aan de geldigheid ervan. De Raad wees erop dat de wet voorziet in een gedecentraliseerde uitvoering van de Participatiewet, wat betekent dat gemeenten verschillende uitvoeringspraktijken kunnen hanteren. De argumenten van appellant dat andere gemeenten een langere termijn hanteren voor het indienen van aanvragen, werden verworpen. De Raad concludeerde dat de aanvraag om bijzondere bijstand op goede gronden was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.