Uitspraak
20 3435 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor de kosten van griffierecht in een Wob-procedure. De rechtbank had het beroep van de appellant in de Wob-procedure niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht. De Centrale Raad oordeelt dat de appellant de bevoegdheid om een aanvraag om bijzondere bijstand in te dienen heeft misbruikt, omdat hij deze heeft ingediend zonder redelijk doel of met een ander doel dan waarvoor deze is verleend. De Raad bevestigt dat de appellant eerder al meerdere keren te kwader trouw Wob-procedures heeft gevoerd, wat heeft geleid tot de conclusie dat ook de aanvraag voor bijzondere bijstand misbruik van recht is. De Raad wijst het hoger beroep van de appellant af en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij ook het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zwaarwichtige gronden voor het niet-ontvankelijk verklaren van een beroep, vooral wanneer dit door een burger tegen de overheid wordt ingesteld.