Uitspraak
18 3913 BBZ
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt de rechtbank immers de mogelijkheid om een bestreden besluit ondanks een motiveringsgebrek in stand te laten indien aannemelijk is dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld. Ofschoon uit de aangevallen uitspraak niet blijkt dat de rechtbank het bestreden besluit ondanks het geconstateerde motiveringsgebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Awb in stand heeft gelaten, bestaat geen aanleiding om de aangevallen uitspraak om die reden te vernietigen. Het motiveringsgebrek kan namelijk met toepassing van artikel 6:22 van de Awb worden gepasseerd, omdat aannemelijk is dat belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld. Ook indien het motiveringsgebrek zich niet zou hebben voorgedaan, zou een besluit met gelijke uitkomst zijn genomen. De volgende overwegingen liggen aan dit oordeel ten grondslag.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het dagelijks bestuur in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.611,-;
- bepaalt dat het dagelijks bestuur aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 172,- vergoedt voor zover appellant dat heeft betaald.