Uitspraak
19.3019 PW, 19/3020 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
M.A. Schneider als leden, in tegenwoordigheid van B. van Dijk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 maart 2022.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van appellante. Appellante ontving sinds 1 maart 2010 AIO-aanvulling, maar heeft verzuimd om een wezenpensioen uit Turkije te melden. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft, na een onderzoek naar de mogelijke pensioenontvangsten van appellante, informatie opgevraagd bij de Turkse Sociale Zekerheid (SGK). Deze informatie leidde tot de conclusie dat appellante recht had op een wezenpensioen, wat haar recht op AIO-aanvulling beïnvloedde.
De Raad heeft vastgesteld dat het opvragen van gegevens bij de SGK een inbreuk op het privéleven van appellante vormde, maar dat deze inbreuk gerechtvaardigd was op basis van de onderzoeksbevoegdheid die in de Participatiewet (PW) is vastgelegd. De Raad oordeelde dat de Svb rechtmatig heeft gehandeld door de gegevens van de SGK te gebruiken in de besluitvorming, en dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door het wezenpensioen niet te melden. De rechtbank had eerder de beroepen tegen de besluiten van de Svb ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.
De Raad concludeert dat de intrekking van de AIO-aanvulling terecht is gebeurd, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor het ontvangen van deze uitkering. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om alle relevante informatie te verstrekken aan de Svb, en bevestigt de wettelijke grondslag voor het opvragen van gegevens in het kader van het onderzoek naar de rechtmatigheid van uitkeringen.