Uitspraak
20 945 WIA
PROCESVERLOOP
mr. Verhagen verschenen. Het Uwv heeft zich via videobellen laten vertegenwoordigen door A.H.G. Boelen.
OVERWEGINGEN
1 december 2018 toegekend. De uitspraak van de Raad van 21 juli 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BR2708, is volgens appellant niet van toepassing in deze zaak, omdat die zaak betrekking heeft op het Besluit samenloop.
WIA-uitkering ontvangt, is voor toepassing van het Besluit samenloop niet van belang. Ook het feit dat appellant de Altersrente op een later moment dan 1 december 2018 had kunnen laten ingaan, is niet relevant. Vast staat dat de Altersrente per 1 december 2018 is toegekend. Dit betekent dat de WIA-uitkering slechts wordt uitbetaald, indien en voor zover deze het totale bedrag van de Duitse ouderdomsuitkering overtreft. De berekening die in dit kader door het Uwv is gemaakt is niet bestreden door appellant.
WIA-uitkering in mindering wordt gebracht. Uitzondering daarop is het negende lid, waardoor een uitkering als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder c, niet wordt aangemerkt als inkomen. Voor zover de Altersrente al op grond van het tweede lid, aanhef en onder c, van het AIB kan worden aangemerkt als inkomen, voldoet appellant niet aan de voorwaarde van het negende lid, omdat appellant voor de aanvang van de wachttijd op 27 februari 2016 geen recht had op de Altersrente. Er is geen sprake van een geval waarin een WIA-gerechtigde reeds voor de aanvang van de wachttijd een pensioen uit een ander dienstverband ontving.
BESLISSING
P.C. van der Vegt als leden, in tegenwoordigheid van L.R. Kokhuis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 februari 2022.