ECLI:NL:CRVB:2022:2775
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van ouderdomspensioen voor gehuwde pensioengerechtigde met schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en terugvordering van het ouderdomspensioen van appellant, die sinds juli 2015 een onvolledig AOW-pensioen ontving. Appellant, die in Tunesië woont, heeft in 2021 gemeld dat hij in 2015 is getrouwd, wat leidde tot een herziening van zijn pensioen naar dat van een gehuwde pensioengerechtigde. De Sociale verzekeringsbank (Svb) vorderde een bedrag van € 23.255,30 terug wegens te veel betaald pensioen en legde een boete op van € 5.800,-. Appellant stelde dat hij de inlichtingenplicht niet had geschonden, omdat hij dacht dat hij als alleenstaande kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de Svb terecht het pensioen had herzien en de terugvordering had ingesteld, omdat appellant zijn huwelijk niet tijdig had gemeld. De rechtbank verlaagde de boete tot € 2.900,-, wat door de Raad werd bevestigd. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote, en dat hij niet had voldaan aan zijn inlichtingenplicht. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Svb terecht tot terugvordering was overgegaan.