ECLI:NL:CRVB:2022:1427
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht in bestuursrechtelijke procedures met betrekking tot bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de rechtbank Rotterdam. Appellante, die bijstand ontving op grond van de Participatiewet, had meerdere mutatieformulieren ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. Het college heeft deze verzoeken niet in behandeling genomen, wat leidde tot een reeks dwangsomprocedures door appellante. De rechtbank heeft de beroepen van appellante tegen de besluiten van het college niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij misbruik van recht maakte. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat appellante haar bevoegdheid om beroep in te stellen evident zonder redelijk doel had aangewend, wat blijk gaf van kwade trouw. De Raad benadrukte dat het aantal eerdere procedures en de handelwijze van appellante wezen op een gebrek aan een reëel geschilpunt. De uitspraak van de Raad is van belang voor de toepassing van het beginsel van misbruik van recht in bestuursrechtelijke procedures, vooral in gevallen waar herhaaldelijk dezelfde rechtsvraag aan de orde wordt gesteld zonder nieuwe gronden.