ECLI:NL:CRVB:2022:1203
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- E.J.M. Heijs
- E. Dijt
- S.B. SmitColenbrander
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking wegens gebrek aan aanwijzingen voor vooringenomenheid
In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechter, B.J. van de Griend, in een herzieningsprocedure. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de Raad voor de Rechtspraak, waarbij verzoekster geen vertrouwen had in de onpartijdigheid van de rechter. De wrakingskamer heeft het verzoek om wraking op 15 maart 2022 afgewezen, maar verzoekster heeft opnieuw een verzoek ingediend op 25 maart 2022. Tijdens de zitting op 24 maart 2022 heeft de behandelend rechter de procedure en de juridische kaders uiteengezet, maar verzoekster voelde zich niet in de gelegenheid gesteld om haar standpunten volledig naar voren te brengen. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat een wrakingsverzoek alleen kan worden toegewezen op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De Raad concludeert dat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen is genomen op 1 juni 2022, waarbij de Raad benadrukt dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De Raad heeft ook opgemerkt dat de behandelend rechter de zitting op een correcte manier heeft geleid en dat de vragen die aan partijen zijn gesteld, geen blijk geven van vooringenomenheid.