Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
5 juni 2018 (bestreden besluit 4), heeft het college de aanvraag afgewezen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van aanvragen voor bijzondere bijstand voor medische kosten door een gemoedsbezwaarde appellant. De appellant, die niet verzekerd is voor ziektekosten en erkend is als gemoedsbezwaarde door de Sociale Verzekeringsbank, had meerdere aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor medische kosten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze en Leende heeft deze aanvragen afgewezen, stellende dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) een toereikende en passende voorliggende voorziening biedt voor medische kosten. De rechtbank heeft de beroepen van de appellant tegen de afwijzingen ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat hij wel recht heeft op bijstand omdat hij zich niet kan beroepen op de Zvw en dat er zeer dringende redenen zijn voor bijstandsverlening. De Raad heeft geoordeeld dat de Zvw inderdaad een passende voorziening is en dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een acute noodsituatie die bijstandsverlening noodzakelijk maakte. De Raad heeft de hoger beroepen van de appellant afgewezen en de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de eerste uitspraak, die is vernietigd. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant in het hoger beroep.