ECLI:NL:CRVB:2021:760
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toeslag geweigerd wegens partner geboren na 31 december 1971 zonder kind jonger dan 12 jaar
In deze zaak heeft appellante, die sinds 1998 recht heeft op een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), een toeslag aangevraagd op haar WAO-uitkering. Deze aanvraag werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) geweigerd omdat haar partner na 31 december 1971 is geboren en zij geen kind heeft dat jonger is dan 12 jaar. Het Uwv verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, en de rechtbank Gelderland bevestigde deze beslissing in een eerdere uitspraak. Appellante stelde dat de strikte toepassing van artikel 3 van de Toeslagenwet (TW) in haar geval onredelijk was, omdat haar partner op basis van zijn verblijfstitel niet mocht werken. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de wetgever bij de invoering van artikel 3 van de TW op de hoogte was van mogelijke onevenwichtige effecten en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de wet rechtvaardigden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde. De uitspraak werd gedaan op 7 april 2021.