ECLI:NL:CRVB:2021:710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO-uitkering
Op 30 maart 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 24 september 2020. Verzoekster, die sinds 1990 een WAO-uitkering ontvangt, verzocht om herziening op basis van nieuwe feiten en omstandigheden. De Raad oordeelde dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die voldeden aan de eisen van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad stelde vast dat de door verzoekster aangevoerde feiten grotendeels overeenkwamen met eerder naar voren gebrachte gronden in eerdere procedures. De bij het verzoek gevoegde stukken waren voornamelijk van vóór de eerdere uitspraak, met uitzondering van een brief van een tandarts-gnatholoog, die geen nieuwe informatie bevatte. De Raad concludeerde dat het verzoek om herziening moest worden afgewezen, omdat de aangevoerde feiten niet nieuw waren en geen aanleiding gaven voor een andere uitspraak. De proceskosten werden niet toegewezen.