Uitspraak
20 2972 WAJONG
3 augustus 2020, 19/4675 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
.
[naam vader] , haar vader. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door W.L.J. Weltevrede.
OVERWEGINGEN
Wajong-uitkering toegekend.
Wajong-uitkering ten onrechte met terugwerkende kracht heeft herzien en teruggevorderd. Het kon appellante en haar ouders niet redelijkerwijs duidelijk zijn dat zij te veel of ten onrechte uitkering ontving. Bovendien had het op de weg van het Uwv gelegen navraag te doen bij appellante naar de lopende aanvraag bij DUO om een tegemoetkoming. Ook is ten onrechte niet netto teruggevorderd.
Wajong-aanvraag juist is geweest. De Raad neemt daarbij in aanmerking dat het bij de tegemoetkoming in de studiekosten zoals appellante die heeft ontvangen gaat om een beduidend lager bedrag dan het bedrag van haar Wajong-uitkering, zodat ook in zoverre geen sprake was van een duidelijke aanwijzing dat er iets niet in de haak was.
€ 7.430,16 teruggevorderd. De Raad komt niet toe aan de overige door appellante aangedragen beroepsgronden. De aangevallen uitspraak, waarbij het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond is verklaard, moet worden vernietigd, behoudens op het punt van de veroordeling in de proceskosten en de vergoeding van het griffierecht. Gelet op het hiervoor overwogene is er aanleiding om zelf te voorzien en de primaire besluiten 1 en 2 te herroepen.
€ 1.496,-.
BESLISSING
S.B. Smit-Colenbrander als leden, in tegenwoordigheid van M.C.G. van Dijk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2021.