ECLI:NL:CRVB:2021:2012
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van Wajong-uitkering wegens schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van de Wajong-uitkering van appellant. Appellant ontving sinds 2016 een Wajong-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. Dit kwam aan het licht na anonieme meldingen dat appellant inkomsten uit autohandel zou hebben. Het Uwv voerde een onderzoek uit, waaruit bleek dat appellant in de periode van 23 mei 2016 tot en met 26 februari 2017 49 advertenties op Marktplaats had geplaatst. Op basis van deze bevindingen heeft het Uwv de Wajong-uitkering van appellant ingetrokken en de onterecht betaalde uitkering van € 11.487,19 teruggevorderd.
Appellant heeft in hoger beroep betoogd dat hij de inlichtingenplicht niet heeft geschonden en dat de advertenties op Marktplaats niet duiden op een structurele bron van inkomsten. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat appellant zijn activiteiten op Marktplaats had moeten melden, ongeacht de intentie of het daadwerkelijk genereren van inkomsten. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht had op een volledige of aanvullende uitkering.
De Raad concludeerde dat het Uwv terecht de Wajong-uitkering heeft ingetrokken en de terugvordering heeft doorgevoerd. De boete die aan appellant was opgelegd, werd verlaagd naar € 40,- vanwege zijn draagkracht. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor uitkeringsgerechtigden om transparant te zijn over hun activiteiten die van invloed kunnen zijn op hun recht op uitkering.