Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
BESLISSING
L.A. Kjellevold als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2021.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot rectificatie van een eerdere uitspraak van 15 april 2021. Appellant had verzocht om rectificatie omdat in de eerdere uitspraak niet was beslist op het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad heeft partijen op de hoogte gesteld van het voornemen tot rectificatie en hen de gelegenheid gegeven om hierop te reageren. Aangezien er geen reacties zijn ontvangen, ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de voorgenomen rectificatie.
De Raad heeft de uitspraak van 15 april 2021 gewijzigd door het verzoek om schadevergoeding op te nemen in het procesverloop. De Staat der Nederlanden is als partij aangemerkt in verband met het verzoek. De Raad heeft overwogen dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden. De Raad heeft vastgesteld dat de procedure meer dan vier jaar heeft geduurd, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1000,- ten laste van de Staat. De nieuwe beslissing bevestigt de eerdere uitspraak en veroordeelt de Staat tot vergoeding van schade aan appellant.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.