ECLI:NL:CRVB:2021:1265
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang en schadevergoeding in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft een bezwaar van de erven van een overleden betrokkene tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Twenterand, dat hen geen procesbelang toekende bij de beoordeling van het bezwaar. De rechtbank had het beroep ongegrond verklaard, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard, aangezien de betrokkene al was overleden vóór de ingangsdatum van de maatwerkvoorziening. De Raad bevestigde deze beslissing en oordeelde dat er geen procesbelang was, omdat het bezwaar niet kon leiden tot wijziging van de verstrekte maatwerkvoorziening. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de totale duur van de procedure niet langer was dan vier jaar. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, met verbetering van de gronden.